Hoe effectief zijn snelheidscampagnes?

Antwoord

Er is geen duidelijk bewijs dat algemene campagnes snelheidsovertredingen kunnen verminderen. Snelheidscampagnes hebben vaak eerder een flankerende rol om draagvlak van snelheidshandhaving te vergroten. Een complicerende factor is dat snelheidscampagnes geen alternatief of handelingsperspectief kunnen bieden (zie de vraag Wat bepaalt de effectiviteit van voorlichting?). Voor alcohol kan een alternatieve bestuurder worden aangewezen; voor te snel rijden is het enige alternatief ‘doe het niet’ [49]. Daarnaast is er een hardnekkig geloof dat te snel rijden niet zo risicovol is [50]. Wel kan feedback over snelheidsgedrag lokaal de snelheid van weggebruikers beïnvloeden. Helaas is dit effect vaak tijdelijk.

In 2010 is in Nederland een landelijke snelheidscampagne geëvalueerd die was gericht op kleinere, veelal onbewust gemaakte snelheidsovertredingen op wegen binnen de bebouwde kom [51]. De campagne bestond uit een landelijke component (tv, radio en internet), en een lokale component (onder meer matrixborden op de snelweg en borden langs 30- en 50km/uur-wegen binnen de bebouwde kom). De metingen op 30km/uur-wegen lieten zien dat de gemiddelde snelheid en het aandeel (kleine) snelheidsovertredingen in de tijd veranderden. De gemeten verschillen vertonen weinig logische samenhang met de verschillende fasen van de campagne en konden daarom niet verklaard worden als effect van de campagne. Uitzondering was een positief effect van lokale voorlichtingsposters op de 30km/uur-wegen. Dit effect was echter niet blijvend en verdween binnen een week [51].

Feedback-borden die soms binnen de bebouwde kom langs de weg staan, kunnen snelheidsgedrag positief beïnvloeden. Een bekend voorbeeld is een bord dat de snelheid van bestuurders toont bij het naderen, met eventueel een positieve smiley als de snelheid onder de limiet zit en een negatieve smiley als de snelheid daarboven zit. Uit onderzoek blijkt dat dit soort feedback-borden een (beperkt) positief effect kunnen hebben op rijsnelheden op die locatie [52] [53] [54] [55] [56]. Ook een experiment waarin ‘Dick Bruna-attentieborden’ langs de weg stonden, liet zien dat het mogelijk is om heel lokaal snelheidsgedrag te beïnvloeden. Het effect van deze borden was echter slechts tijdelijk [57]. Deze vorm van voorlichting valt meer onder de noemer ‘Nudging’.

Afbeelding

Afbeelding 1. Voorbeeld van een Dick Bruna-attentiebord.

Een simulatorstudie in Australië [58] liet zien dat het ook mogelijk is om rijgedrag te beïnvloeden met algemene, niet lokale voorlichting. Deelnemers aan de studie kregen beeldmaterialen met traditionele ‘fysieke’ dreiging te zien, of met een sociale dreiging (zie de vraag Welke voorlichtingsstrategieën zijn er?). De sociale dreiging bestond uit de ‘Pinkie’-campagne (subtitel: Speeding. No one thinks big of you) gericht op te hard rijden met een dubbele betekenis, omdat het naast de uitdrukking ook de ‘mannelijkheid’ van de hardrijders in twijfel trekt. Na het zien van de campagnematerialen vertoonden deelnemers significant minder riskant rijgedrag (minder aanrijdingen, minder roodlichtnegatie) in de rijsimulator. De sociale-dreigingcampagne had meer effect op mannen dan vrouwen (hij was ook op mannen gericht), maar werkte ook beter op mannen dan de fysieke-dreigingvideo (in termen van roodlichtnegatie). Opvallend genoeg had geen van de campagnes effect op gereden snelheden in de rijsimulator, terwijl dat toch is waar de campagne feitelijk op gericht was.

Image
Afbeelding
Onderdeel van factsheet

Voorlichting

Onder voorlichting over verkeersveiligheid vallen alle activiteiten en producten voor een vrijwillige, blijvende verandering van kennis, houding of Meer

Deze factsheet gebruiken?