Dodelijke verkeersongevallen op rijkswegen in 2017

Analyse van ongevals- en letselfactoren en daaruit volgende aanknopingspunten voor maatregelen
Auteur(s)
Davidse, R.J.; Louwerse, W.J.R.; Duijvenvoorde, K. van
Jaar

In opdracht van Rijkswaterstaat heeft SWOV onderzoek gedaan naar de dodelijke ongevallen die in 2017 op rijkswegen hebben plaatsgevonden. Het hoofddoel van het onderzoek was te leren van de ongevallen die plaatsvinden. Met die lessen kunnen maatregelen worden genomen om vergelijkbare ongevallen in de toekomst te voorkomen.

Het SWOV-team voor diepteonderzoek is aan de hand van politiegegevens en beeldmateriaal van de ongevalslocaties voor elk ongeval nagegaan welke factoren een rol speelden bij het ontstaan en de afloop van dat specifieke ongeval. Vervolgens is nagegaan welke ongevalspatronen regelmatig terugkomen en welke factoren daarbij een belangrijke rol spelen.

In 2017 waren er 63 dodelijke verkeersongevallen op rijkswegen. De ongevalstypen die het meest voorkwamen waren:

  • aanrijdingen van een obstakel in de berm, zoals een boom of greppel (n=25);
  • kop-staartaanrijdingen (n=21), waarvan de helft in de staart van een file; en
  • frontale aanrijdingen (n=8), waarvan vijf op enkelbaanswegen.

Deze ongevallen ontstonden door een combinatie van onoplettendheid of bewust risicogedrag van de weggebruiker en een weginrichting die weinig ruimte biedt voor menselijke fouten. In een klein deel van de ongevallen speelde ook een voertuigdefect een rol. De ernst van de afloop van het ongeval werd voor een belangrijk deel – gezien het grote aandeel bermongevallen – bepaald door de inrichting van de berm. Deze resultaten komen sterk overeen met de bevindingen over de dodelijke ongevallen op rijkswegen in 2016 die op vergelijkbare wijze zijn onderzocht (Davidse, Louwerse & Van Duijvenvoorde, 2018).

Op grond van de meest voorkomende factoren voor het ontstaan en de afloop van de bestudeerde ongevallen zijn kansrijke maatregelen geselecteerd die – een dodelijke afloop van – soortgelijke ongevallen in de toekomst zouden kunnen voorkomen. De nadruk lag daarbij op infrastructurele maatregelen omdat Rijkswaterstaat deze als wegbeheerder zelf kan implementeren. De meest kansrijke maatregel voor een aanzienlijke reductie van het aantal dodelijke ongevallen op rijkswegen is gericht op een obstakelvrije inrichting van bermen: bermen voorzien van een ruime obstakelvrije zone die past bij de snelheidslimiet ter plaatse, in combinatie met een flexibele afschermings­constructie aan het einde van de obstakelvrije zone (zie Van Petegem, Louwerse & Commandeur, 2017a).

Ook niet-infrastructurele maatregelen, zoals gedrags- en voertuigmaatregelen kunnen bijdragen aan een reductie van het aantal dodelijke ongevallen op rijkswegen. Wat het gedrag betreft zijn alcohol- en drugsgebruik, afleiding en een te hoge rijsnelheid de belangrijkste factoren waar aandacht aan besteed dient te worden. Daarnaast is er winst te behalen bij het (op de juiste wijze) dragen van de veiligheidsgordel. Van de overleden inzittenden waarvan het gordelgebruik bekend was, droeg een derde geen autogordel.

Het is verder belangrijk om te blijven leren van ongevallen door bij elk dodelijk ongeval na te gaan welke factoren een rol hebben gespeeld bij het ontstaan en de afloop ervan en met welke aanpassingen van de infrastructuur het dodelijke ongeval voorkomen had kunnen worden. Dit vraagt om een proactieve benadering en een open blik, waarbij niet de schuldvraag centraal staat maar een veilig verkeerssysteem voor de huidige en toekomstige gebruikers van rijkswegen.

Rapportnummer
R-2019-8
Pagina's
41
ISSN
2772-9230
Gepubliceerd door
SWOV, Den Haag

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.