Verblinding wordt gedefinieerd als de vermindering van waarnemingsmogelijkheden ten gevolge van de aanwezigheid van een of meer sterke lichtbronnen of grote luminantieverschillen binnen het gezichtsveld van een waarnemer. Men maakt onderscheid tussen: 1. Fysiologische verblinding: de objectief meetbare modificatie van visuele prestaties zoals: contrastgevoeligheid, vormwaarneming, gezichtsscherpte (1). 2. Psychologische verblinding: dit is een niet meetbare, subjectieve ervaring. We beperken ons hier tot fysiologische verblinding. Deze heeft effect op foveaal waarnemen door middel van: a. verstrooiing van het licht; b. pupilresponsie op het licht; c. adaptatie van de fovea
Samenvatting