Monitoring van de veiligheidskwaliteit van weginfrastructuur en fietsinfrastructuur

Proefmetingen in een aantal regio's
Auteur(s)
Dijkstra, A.; Wijlhuizen, G.J.; Aarts, L.T.
Jaar

Gegevens over verkeersslachtoffers bieden momenteel onvoldoende aanknopingspunten voor beleid van decentrale overheden. De regionale organen verkeersveiligheid van de provincies Gelderland (ROVG, tegenwoordig het ROV Oost-Nederland), Fryslân (ROF) en Zeeland (ROVZ) en de provincie Utrecht hebben SWOV daarom verzocht om samen met hen de monitoring van een aantal alternatieve indicatoren uit te werken. Deze alternatieve indicatoren staan in de literatuur ook wel bekend als ‘safety performance indicatoren’ of kortweg SPI’s. SPI’s zijn indicatoren voor risico­factoren die een sterke causale relatie vertonen met verkeersonveiligheid. Gebruik van dergelijke indicatoren in beleid sluit aan bij een aantal ontwikkelingen bij onder meer provincies. Een van de belangrijkste ontwikkelingen is de behoefte van provincies (en ook steeds meer bij gemeenten) om meer proactief beleid te kunnen maken. Onlangs is een instrument ontwikkeld waarmee proactief verkeersveiligheid gemeten en geprioriteerd kan worden (ProMeV).

Uitgangspunt bij de opdracht van de vier provincies was om het onderzoek te beginnen met een beperkte set van indicatoren voor risicofactoren die bij de genoemde provincies op het ‘wensenlijstje’ staan en die aan de definitie van een SPI voldoen. Hieruit zijn indicatoren voor a) alcohol, b) snelheid, c) kwaliteit van de weginfrastructuur en d) fietsveiligheidsrisico’s naar voren gekomen. Dit rapport gaat in op een proef die is verricht om een monitorings­meetnet te ontwikkelen voor SPI’s die de laatste twee factoren meten: 

  • kwaliteit van de weginfrastructuur, en
  • kwaliteit van de fietsinfrastructuur.

Deze proef is gebaseerd op aanbevelingen van SWOV om een decentraal meetnet voor infrastructuur te ontwikkelen (Dijkstra & Aarts, 2014) en een analyse die is uitgevoerd om SPI’s voor fietsveiligheid te definiëren (Wijlhuizen & Aarts, 2014 en Wijlhuizen et al., 2014). Op grond van deze laatste rapporten is de kwaliteit van de fietsinfrastructuur aangemerkt als een van de relevante factoren waarvoor een SPI gewenst is.

Metingen voor de proef zijn uitgevoerd op 50km/uur-wegen en aanliggende fietsinfrastructuur in verschillende gemeenten in de provincies Gelderland, Zeeland en Fryslân. De metingen zijn uitgevoerd door gebruik te maken van beelden van Cyclomedia. Deze zijn omgezet in gegevens door te per 25 meter weg na te gaan of vooraf gedefinieerde wegkenmerken of onveilige situaties aanwezig zijn of niet. Deze gegevens zijn gebruikt om het Duurzaam Veilig-gehalte van de weginfrastructuur vast te stellen (met de DV-meter) en daarnaast ook scores voor veilige snelheden en geloof­waardige snelheidslimieten (met het VSGS-instrument). De gegevens zijn bij de fietsinfrastructuur gebruikt om veiligheidsknelpunten vast te stellen volgens de methode Safe Cycling Network (Wijlhuizen et al., 2014), die samen met ANWB, de FIA en enkele provincies is ontwikkeld.

Het rapport laat zien:

  1. hoe de veiligheidskwaliteit van weg- en fietsinfrastructuur in SPI’s kunnen worden uitgedrukt en wat overheden met de ingewonnen gegevens kunnen.
  2. wat de ervaringen zijn met de uitgevoerde werkwijze en wat opschaling van deze metingen op provinciaal of landelijk niveau betekenen in termen van kosten en tijd;
  3. tot welke inzichten gestructureerde metingen leiden als ze onderling worden vergeleken.

Tevens wordt geschetst hoe de organisatie van een meetnet en de actoren die daarbij een rol kunnen spelen er bij een op te zetten meetnet uit kunnen zien.

Monitoring the safety of road infrastructure and cycling infrastructure; Pilots in a number of Dutch regions

Currently, data on road crash casualties provide local authorities with insufficient starting points for their road safety policy. The regional road safety bodies of the Dutch provinces of Gelderland (ROVG, currently the ROV Eastern Netherlands), Fryslân (ROF) and Zeeland (ROVZ) and the province of Utrecht have therefore asked SWOV to join them in monitoring a number of alternative indicators. In literature these alternative indicators are known as ‘safety performance indicators’ abbreviated as SPIs. SPIs are indicators for risk factors that exhibit a strong causal relationship with road safety. One of the most important developments is the desire of provinces (and increasingly also of municipalities) to make more proactive policy. Recently a tool has been developed that allows measuring and prioritizing road safety in a more proactive way (ProMeV).

Starting point for the monitoring pilot was to begin the study with a limited set of indicators for risk factors that were on the ‘wish list’ of the above mentioned provinces and that also meet the definition of an SPI. This yielded indicators for a) drink-driving, b) speed, c) quality of road infrastructure, and d) bicycle safety risks. This report discusses a pilot study that was carried out to develop a monitoring network for SPIs that measure two factors: 

  • quality of the road infrastructure, and
  • quality of the cycling infrastructure.

This test is based on SWOV recommendations for developing a decentralized monitoring network for infrastructure (Dijkstra & Aarts, 2014) and an analysis that was performed to define SPIs for bicycle safety (Wijlhuizen & Aarts, 2014 and Wijlhuizen et al., 2014). Based on the latter reports, the quality of the cycling infrastructure has been identified as one of the relevant factors for which an SPI is desired.

Measurements for the test have been carried out at 50 km/hour roads and adjacent cycling infrastructure in different municipalities in the provinces of Gelderland, Zeeland and Fryslân. The measurements were made using Cyclomedia images. These were converted into data by checking each 25 metres of road for the presence or absence of predefined road characteristics or hazardous situations. This data was used to determine the Sustainable Safety level of the road infrastructure (using the Sustainable Safety Indicator) as well as scores for safe speeds and credible speed limits (using the SaCredSpeed instrument). In relation with the cycling infrastructure the data was used to determine safety bottlenecks according to the method Safe Cycling Network (Wijlhuizen et al., 2014).

The report describes:

  1. how the safety quality of the road and cycling infrastructure can be expressed in SPIs and how governments can put the collected data to use.
  2. the experiences with the method that was followed and what upscaling these measurements to provincial or local level involves in terms of costs and time.
  3. the insights that can result from comparison of structured measurements.

The organization of a monitoring network and the actors who can play a role are also considered.

Rapportnummer
R-2015-5
Pagina's
42 + 12
Gepubliceerd door
SWOV, Den Haag

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.