Gepubliceerd: Rapport Prestatie-indicatoren voor verkeersveiligheid (SPI’s)

SWOV heeft prestatie-indicatoren (Safety Performance Indicators, of SPI’s) benoemd, die als belangrijk(ste) kunnen worden gezien voor beleidsmakers om invulling te geven aan een risicogestuurde verkeersveiligheidsaanpak. Een risicogestuurde aanpak is beleid dat de hele beleidscyclus doorloopt, daarbij gebruik maakt van de analyse van gevaar verhogende factoren (risico’s) in het verkeer en deze factoren aanpakt door effectieve maatregelen te implementeren en relevante actoren hiervoor verantwoordelijk te maken.

SPI’s zeggen iets over de veiligheidskwaliteit van het verkeerssysteem (risicofactoren), zonder daarbij gebruik te maken van ongevallengegevens. SPI’s kunnen bovendien gebruikt worden om resultaten van verkeersveiligheidsbeleid te meten en zijn daarmee een specifiek soort risicofactoren.

SPI’s liggen op het terrein van:

  • veilige wegen;
  • veilige snelheden;
  • veilige voertuigen;
  • veilige verkeersdeelnemers;
  • hoogwaardige traumazorg.

Wil het werken met SPI’s effectief zijn, dan moeten de indicatoren aan negen criteria voldoen:

  • SPI’s moeten valide en representatief zijn: ze geven weer wat ze beogen weer te geven en hebben een sterke oorzakelijke relatie met ongevallen;
  • SPI’s moeten kwantificeerbaar zijn: ze moeten gemeten en geteld kunnen worden;
  • SPI’s moeten betrouwbaar zijn: ze geven onder dezelfde condities dezelfde waarden weer;
  • De kosten die gemoeid zijn met metingen van SPI’s moeten in verhouding staan t.o.v. de baten ervan;
  • SPI’s moeten begrijpelijk zijn voor diegenen die ze gebruiken;
  • SPI’s moeten sensitief zijn voor veranderingen in de omgeving en reageren op maatregelen;
  • Risico’s die worden weergegeven door SPI’s worden verminderd door effectieve maatregelen en verantwoordelijkheden te definiëren;
  • SPI’s zijn een hulpmiddel om voor de langere termijn tussendoelstellingen te formuleren; ze kunnen bijvoorbeeld behulpzaam zijn om een nul-doelstelling concreet te maken;
  • SPI’s dienen periodiek en onafhankelijk gemonitord te worden.

Voor de meeste SPI’s blijken momenteel nog geen doelstellingen te zijn geformuleerd en ook is de monitoring nog niet voldoende op orde, zo blijkt uit het overzicht in het rapport.