Ontwikkelingen in technologie en milieuzorg op het gebied van verkeer en vervoer, met implicaties voor de verkeersveiligheid

Een omgevingsverkenning
Auteur(s)
Schoon, Ing. C.C.
Jaar
Deze omgevingsverkenning naar technologische ontwikkelingen op het gebied van verkeer en vervoer maakt deel uit van de serie van zes omgevingsverkenningen die de SWOV heeft uitgevoerd. Deze studie beoogt de belangrijkste ontwikkelingen in de technologie en milieuzorg vast te stellen die invloed hebben op de mobiliteit en de verkeersveiligheid. Daartoe is de verkenning geordend naar de componenten infrastructuur, voertuigen, transport, ICT, verkeersmanagement en milieuzorg, en zijn per component de implicaties voor de verkeersveiligheid beschouwd. Er zijn verschillende ontwikkelingen gaande op het gebied van infrastructuurontwerp. Daarvan is met name het scheiden van ongelijkwaardig verkeer van belang voor de verkeersveiligheid. Dit leidt dan tot netwerken, aparte wegtypen en doelgroepstroken, en (rail)verbindingen voor collectief vervoer. Deze ontwikkelingen sluiten goed aan bij het belangrijke homogeniteitsprincipe van Duurzaam Veilig. Een implicatie voor de verkeersveiligheid is dat kwaliteitszorg nodig is voor een samenhangend en uniform geheel. Menging van ongelijkwaardige verkeersdeelnemers is alleen verantwoord als de snelheid van het snelverkeer niet hoger is dan 30 km/uur. Zwaar vrachtverkeer moet uitgesloten zijn van een dergelijke menging. Vanwege hun hoge kwetsbaarheid zouden gemotoriseerde tweewielers voor een afzonderlijke infrastructuur in aanmerking moeten komen. Voorbeelden hiervan zijn we echter niet tegengekomen in deze omgevingsverkenning. Op het gebied van voertuigen zijn de belangrijkste ontwikkelingen het verder uiteenlopen van de massa van personenauto's en de verscheidenheid aan nieuwe voertuigen op de markt. Een complicatie van grotere massaverschillen is de toenemende incompatibiliteit. Bij de toelating van allerlei (innovatieve) voertuigen is terughoudendheid geboden, met het oog op de onvoorspelbaarheid van het verkeersgedrag. Elke EU-lidstaat zou meer vrijheid moeten hebben om bepaalde ongewenste voertuigtypen te kunnen weren. Bij ontwikkelingen op het gebied van transport maakt deze verkenning onderscheid tussen personenvervoer en goederenvervoer. Bij personenvervoer is de aandacht voor ketenvervoer belangrijk. Daarbij worden voor één reis verschillende modaliteiten gebruikt zoals auto, fiets, lopen en openbaar vervoer. Bij het goederenvervoer zijn de ontwikkelingen belangrijk die het vervoer 'verminderen' door reductie van het aantal ritten, door scheiding van vrachtverkeer en overig verkeer naar tijd, en door (gebundelde) stedelijke distributie. Meer gebruik van het openbaar vervoer is in het algemeen gunstig voor de verkeersveiligheid. Wel is aandacht nodig voor een veilig voor- en natransport (veilige fiets- en voetpaden en oversteekvoorzieningen). Nacht- en stadsdistributie van goederen wordt ook als gunstig voor de verkeersveiligheid beschouwd. Van informatie- en communicatietechnologie worden de ontwikkelingen beschouwd bij zowel in-voertuigsystemen als voertuig-voertuigsystemen. Op Europees terrein zijn er vele ontwikkelingen gaande. Het zoeken is nog naar een 'platform' (een centrale voertuigcomputer) waarbinnen alle systemen kunnen opereren. In deze verkenning is veel aandacht besteed aan voertuigidentificatie en boordcomputers. Beide zijn ook belangrijk voor de verkeersveiligheid vanwege de mogelijkheden voor (individuele) gedragsbeïnvloeding en elektronische handhaving. Van de technieken die bij rekeningrijden worden ingezet, is vooral de Europese ontwikkeling belangrijk: de EU streeft naar een standaardisatie voor beprijzingsmaatregelen. Wat het verkeersmanagement betreft, is vooral dynamisch verkeersmanagement (DVM) belangrijk. Daartoe zijn gegevens over de mobiliteit en snelheid onontbeerlijk. De Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW) gaat vanaf 2009 in deze behoefte voorzien. Ook voor verkeersveiligheidsonderzoek zijn deze gegevens belangrijk. De beperkingen zijn dat via de NDW alleen gegevens van het hoofdwegennet (Rijk, provincies en enkele grote steden) en snelverkeer worden verzameld. De SWOV en andere onderzoeksinstellingen zouden moeten kunnen aansluiten bij overleg om tot uniformiteit van verkeersdata te komen. Bij DVM (maar ook bij 'Gebiedsgericht Benutten') wordt verkeersveiligheid nog wel eens als randvoorwaarde meegenomen. De SWOV zou graag zien dat bereikbaarheidsbelangen vaker in combinatie met veiligheidsbelangen zouden worden beschouwd. De invloed van milieuzorg op het verkeer en vervoer is het laatste decennium groot. Aan de orde komen eisen ter verbetering van de luchtkwaliteit, voertuigeisen, en maatregelen op het gebied van voertuigen, ruimtelijke inrichting en infrastructuur. De reductie van snelheid en van snelheidsvariatie heeft niet alleen een gunstige invloed op de luchtkwaliteit, maar ook op de verkeersveiligheid. Ook programma's voor een schonere lucht in steden en hun omgeving kunnen tot gevolg hebben dat er meer aandacht is voor fietsverkeer, openbaar vervoer en stadsdistributie. Echter, verkeersveiligheid komt niet expliciet aan de orde in de convenanten op milieugebied. Kansen hiertoe dienen gegrepen te worden. De doelstelling 'sneller, schoner en veiliger' uit de Nota Mobiliteit geldt ook voor de vele technologische ontwikkelingen op het gebied van verkeer en vervoer die in deze verkenning zijn behandeld. De realisatie hiervan vergt integrale investeringsafwegingen. Voor politieke besluitvorming hieromtrent is er daarom behoefte aan kennis over de effecten van maatregelen op verschillende (beleids)terreinen. De bevindingen van deze omgevingsverkenning staan samengevat achter in elk hoofdstuk onder Implicaties voor de verkeersveiligheid. In het onderzoeksprogramma 2007-2010 van de SWOV is voorgenomen deze bevindingen met die van de vijf andere omgevingsverkenningen nader in samenhang te beschouwen. Dit moet leiden tot een terugkoppeling naar (rijks)beleid op het gebied van verkeersveiligheid. Uit deze omgevingsverkenning is gebleken dat 'milieu' van invloed is op zowel verkeer en vervoer als op de verkeersveiligheid. Tussen deze beleidsterreinen bestaan diverse raakvlakken en in veel gevallen kunnen ze elkaar versterken. Om die reden hebben SenterNovem en de SWOV in 2008 besloten om op projectbasis samen te werken.
Developments in technology and environmental care in the field of traffic and transport, with implications for road safety; An exploration of external influences This exploration of technological developments in the field of traffic and transport is one of a series of six explorations of external influences that SWOV has carried out. This study is aimed at establishing the most important developments in technology and environmental care that affect mobility and road safety. To this end, the exploration has been divided into the components infrastructure, vehicles, transport, ICT, traffic management, and environmental care. For each of these components the implications for road safety have been discussed. There are many developments in the field of infrastructural design. Of these developments, separating different types of traffic is of particular importance for road safety. This results in networks, separate road types and lanes for different road users, and in (rail) connections for collective transport. These developments correspond well with the important Sustainable Safety homogeneity principle. An implication for road safety is that quality assurance is required to come to a coherent and uniform result. Different types of road users can only be mixed safely if the speed of motorized traffic does not exceed 30 km/h. Heavy freight vehicles should be excluded from such mixing. Powered two-wheelers should be considered for a separate infrastructure, because of their great vulnerability. However, no examples were found in this exploration. Concerning vehicles, the most important developments are the increased diversity of mass for passenger cars and the variety of new vehicles being introduced to the market. A complication of larger differences in mass is the increasing incompatibility. Restraint is required in the admission of all sorts of (innovative) vehicles, with a view to the unpredictability of traffic behaviour. Each individual EU-member state should have more freedom in banning certain undesirable vehicle types. In developments in the field of transport, this exploration distinguishes between people transport and freight transport. In people transport, an important topic is the attention for chain transport. This involves the use of several transport modes for one journey, like for instance car, bicycle, pedestrian and public transport. In freight transport special attention goes to those developments that ‘diminish’ transport by reducing the number of journeys, by separating freight traffic from the other traffic timewise and by channeling urban distribution. Increased use of public transport generally benefits road safety. However, attention needs to be paid to safe before and after transport (safe bicycle paths, footpaths, and crossing facilities). Night and urban distribution of goods is also considered favourable for road safety. Concerning information and communication technology, developments that are discussed involve in-car systems as well as car-to-car systems. Europe-wide many developments are going on. A ‘platform’, a central vehicle computer which enables operation of all systems, still needs to be found. This exploration pays a fair amount of attention vehicle identification and in-car computers. These are both also very important for road safety because of their possibilities of influencing (individual) behaviour and electronic enforcement. European development is especially important for the technologies used for pay-as-you-drive: the EU aims at standardization of road use pricing. Dynamic traffic management (DTM) is the most important subject in the component traffic management. Data about mobility and speed is essential for this. The Dutch National Database Road traffic data (NDW) will supply in this need from 2009. This data is also important for road safety research. The limitation is that the NDW only collects data concerning the main road network (National, provincial, and some large urban roads) and fast traffic. It should be made possible for SWOV and other research institutes to join the discussion in order to achieve uniformity of traffic data. In DTM (but also in ‘Network Management’) road safety is often used as a limiting condition. SWOV would like the interests of accessibility to be more often considered in combination with the interests of safety. During the last decade, environmental care has been a major influence on traffic and transport. This exploration looks at the demands for the improvement of air quality, vehicle requirements, and measures concerning vehicles, spatial design, and infrastructure. Speed reduction and speed variance have not only had a favourable effect on the air quality, but also on road safety. Also programmes for cleaner air in cities and their surroundings can have the effect that attention increases for bicycle transport, public transport and urban distribution. However, road safety is not explicitly mentioned in environmental covenants. Opportunities to this effect must be seized. The ambition 'faster, cleaner and safer' in the Mobility Policy Document is also valid for the many technological developments in the field of traffic and transport that are discussed in this exploration. Its realization requires integral investment considerations. Therefore, knowledge about the effects of measures in different (policy) fields is required for political decision making. The findings of this exploration are summarized (in Dutch) at the end of each chapter, under the heading Implicaties voor de verkeersveiligheid. SWOV’s research programme 2007-2010 describes the intention to give closer consideration to these findings, together with those of the other five explorations, and their mutual relations. The result is expected to give feedback about (national) policy in the field of road safety. This exploration has shown that the ‘environment’ has an effect on traffic and transport, as well as on road safety. There is much common ground between these policy fields, and in many cases they can strengthen one another. Therefore SenterNovem and SWOV decided in 2008 to cooperate in joint projects.
Rapportnummer
R-2008-4
Pagina's
86
Gepubliceerd door
SWOV, Leidschendam

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.