Noordelijke Proeftuin Verkeersveiligheid

Verslag van de eerste fase
Auteur(s)
Vissers, L.; Aarts, L.T.
Jaar

In april 2015 hebben de drie noordelijke verkeer- en vervoerberaden – Fryslân, Groningen en Drenthe – de handen ineen geslagen om tot een ‘Noordelijke Proeftuin Verkeersveiligheid’ te komen. Het doel van deze proeftuin is te bezien hoe er door slimme inzet van middelen, partijen en kennis in de regio, effectiever en efficiënter kan worden bijgedragen aan verkeersveiligheid. Daarnaast kan de proeftuin dienen als inspiratie voor de andere Nederlandse provincies.

In de uitwerking van de proeftuin is ervoor gekozen om een aantal belangrijke risicofactoren als uitgangspunt te nemen. De ambitie is om deze risicofactoren in de regio verder te reduceren met behulp van proactieve, effectieve maatregelen, gekoppeld aan relevante partijen, en om de voortgang hierin te monitoren via zogenoemde Safety Performance Indicators (SPI’s). Dit risicogestuurde verkeersveiligheidsbeleid staat ook wel bekend als de ‘Zweedse aanpak’.

Dit rapport beschrijft de eerste stappen van de uitwerking van de Noordelijke Proeftuin. Op basis van bestaande analyses en literatuur heeft SWOV samen met de drie noordelijke provincies de volgende risicofactoren voor de proeftuin geselecteerd: rijden onder invloed van alcohol, rijsnelheid en de kwaliteit van de infrastructurele inrichting voor auto’s en fietsers. SWOV is vervolgens nagegaan met welke effectieve maatregelen een flinke reductie in de genoemde risicofactoren kan worden bereikt (zogenoemde ‘opschakelmaatregelen’, refererend aan de set maatregelen die SWOV in 2015 voorstelde voor het ‘opschakelen’ van het verkeersveiligheidsbeleid op landelijk niveau). In overleg met de drie noordelijke provincies is gekozen voor de volgende proeftuinmaatregelen.

Alcohol 

  1. Lobby voor/bijdrage aan verdubbeling van handhaving op alcohol
  2. Bijdrage aan alcoholslot voor specifieke groepen (eigen leasepools, bedrijven)
  3. Preventieve aanpak bij bedrijven (safety culture: voorlichting in combinatie met bedrijfshandhaving, sniffer bij poort)

 

Snelheid

  1. Inrichting van wegen zodanig vormgeven dat snelheidslimieten geloofwaardig(er) worden, eventueel ook dynamisch (dynamische snelheidslimieten) (wegbeheer en regievoering).
  2. Lobby voor/bijdrage aan verdubbeling van handhaving op snelheid, bijvoorbeeld via bestuurlijke boetemogelijkheden voor gemeenten en mobiele trajectcontroles op het onderliggend wegennet
  3. Lobby voor/bijdrage aan snelheidsassistent (informerend of harde variant binnen de bebouwde kom)

 

Infrastructuur voor auto en fiets

  1. Veilige inrichting van 30- en 50km/uur-wegen (incl. geloofwaardig en op weggebruiker en senioren afgestemd wegontwerp)
  2. Veilige inrichting van 60- en 80km/uur-wegen (incl. geloofwaardig en op weggebruiker en senioren afgestemd wegontwerp; aanleg van 2+1-wegen bij etmaalintensiteit tussen 4.000 en 18.000 voertuigen/etmaal)
  3. Veilige fietsinfrastructuur (gericht op opheffen van specifiek onveilige onderdelen en verbeteren van vergevingsgezindheid)

 

Voor elk van deze proeftuinmaatregelen is vervolgens geanalyseerd welke actoren hieraan een bijdrage kunnen leveren. Ook hebben SWOV en noordelijke provincies gezamenlijk verkend wat de ideeën zijn over de invulling van de Noordelijke Proeftuin in concrete activiteiten en in hoeverre het bestaande netwerk van de provincies een rol kan spelen.

Per risicofactor en maatregel is daarna gekeken welke eerste initiatieven de noordelijke provincies in 2016 en 2017 hierop hebben ontplooid. De eerste voorzichtige stappen om de proeftuinmaatregelen in de praktijk te brengen blijken te zijn gezet. Vooral Fryslân toont zich daarin actief. Met name de lobby-maatregelen gericht op intensivering van handhaving en op slimme sloten (alcohol, snelheid) en maatregelen gericht op een veiligere infrastructuur en fietsinfrastructuur staan nog in de wacht of moeten nog gespecificeerd worden.

Verder is beschreven op welke wijze de voortgang van de proeftuin­maatregelen en de effecten daarvan op de betreffende risicofactoren in de toekomst gemonitord kunnen worden. Voor de monitoring van de risico­factoren zijn reeds methoden beschikbaar en de provincies zijn hiermee vrijwel allemaal al actief. Een noordelijk alcoholmeetnet wordt momenteel opgezet en een snelheidsmeetnet op basis van mobiele snelheidsdata wordt verkend in Fryslân. Drenthe en Groningen voeren metingen van weginfrastructuur uit met behulp van het instrument ProMeV (Proactief Meten Verkeersveiligheid) en alle drie de noordelijke provincies zijn actief op het gebied van CycleRAP (instrument voor kwaliteit fietsinfrastructuur).

Tot slot bevat de rapportage een aantal suggesties en aanbevelingen ter ondersteuning van het vervolg van de Noordelijke Proeftuin Verkeers­veiligheid. Zo wordt gepleit om eerst te focussen op de uitwerking van de gekozen maatregelen en een projectsecretaris aan te stellen die daarbij voldoende energie en voortgang in het proces houdt. Door vervolgens ook partij(en) te zoeken die de voortgang in maatregelen en de effecten daarvan onanfhankelijk kunnen vaststellen, kan de regionale uitwerking van risico­gestuurd beleid maximale uitwerking vinden en als landelijk voorbeeld dienen.

Rapportnummer
R-2018-3
Pagina's
54 + 8
Gepubliceerd door
SWOV, Den Haag

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.