Het aantal ernstig verkeersgewonden in de Vervoerregio Amsterdam

Ontwikkeling in de periode 2007-2016
Auteur(s)
Wijlhuizen, G.J.; Moore, K.S.; Temürhan, M.; Bos, N.M.
Jaar

De ontwikkeling van het aantal ernstig verkeersgewonden (EVG) is een belangrijke indicator voor de ontwikkeling van de verkeersveiligheid op regionaal niveau. Mede om die reden ziet de Vervoerregio Amsterdam het belang in om de ontwikkeling in het aantal EVG te monitoren. In een eerder onderzoek voor diezelfde  regio is het jaarlijkse aantal EVG geschat over de periode 2007-2014. Om recente ontwikkelingen in beeld te krijgen heeft SWOV een nieuwe schatting uitgevoerd waarin de jaren 2015 en 2016 zijn toegevoegd.

Doel

Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het aantal ernstig verkeersgewonden binnen de Vervoerregio Amsterdam en haar drie deelregio’s voor de periode 2007-2016. Met name de ontwikkeling van het aantal EVG vanaf 2010 heeft bijzondere aandacht, omdat 2010 het peiljaar is voor de gemeentelijke en regionale verkeersveiligheidsdoelstelling van Amsterdam: 25% minder verkeersdoden en ernstig verkeersgewonden in 2020 dan in 2010.

We tonen de ontwikkeling binnen de gehele Vervoerregio Amsterdam en binnen elk van de drie deelregio’s: gemeente Amsterdam, Vervoerregio Amsterdam Noord en Vervoerregio Amsterdam Zuid. Ook geven we – voor de Vervoerregio en per deelregio – inzicht in de ontwikkeling van het aantal ernstig verkeersgewonden naar geslacht, leeftijd, en vervoerswijze van het slachtoffer.

Een van de belangrijkste resultaten die dit onderzoek laat zien, is dat het aantal EVG duidelijk is toegenomen in de jaren 2015 en 2016. Daarmee wijkt de ontwikkeling sterk af van de ontwikkeling die nodig is om de doelstelling te bereiken: 25% reductie van het aantal EVG in 2020 ten opzichte van het peiljaar 2010.

Methode

De schatting van het aantal EVG binnen de Vervoerregio Amsterdam is mede gebaseerd op de landelijke schatting van het aantal EVG. Voor dit onderzoek zijn hieruit de EVG in de ziekenhuizen in de Vervoerregio Amsterdam geselecteerd.

Voor een goede regionale doorvertaling is uiteraard informatie over de locatie van het ongeval relevanter. Daarom is geschat hoeveel van de EVG in deze ziekenhuizen in 2007-2016 hun ongevalslocatie binnen de Vervoerregio Amsterdam hadden, en in welke van de drie deelregio’s dat was. Dit is gedaan op basis van gegevens over ambulanceritten over de jaren 2009-2012. Daarmee is per ziekenhuis binnen de regio een vaste verdeling gemaakt van herkomst – de ongevalsgemeente – en bestemming – de betreffende ziekenhuizen – van de ambulanceritten met verkeersslachtoffers. Van elk ziekenhuis is zo voor elk jaar in de periode 2007-2016 bepaald welke percentages van ‘hun’ EVG het ongeval had in elk van de drie deelregio’s. Diezelfde percentages zijn ook gehanteerd bij de schatting van het jaarlijkse aantal EVG per leeftijdsklasse, geslacht en vervoerswijze.

Deze schattingsmethode – met een vaste verdeling van ongevalslocaties per ziekenhuis over de periode 2007-2016 – wijkt af van de methode die is gehanteerd in het eerste onderzoek, over de periode 2007-2014. Deze eerdere schattingsmethode was minder bruikbaar bevonden voor de langere periode tot en met 2016. Ter vergelijking is de ontwikkeling van EVG binnen de Vervoerregio Amsterdam bepaald volgens beide schattingsmethoden. Daaruit blijkt dat de absolute aantallen ernstig verkeersgewonden die door de beide methoden worden geschat, iets van elkaar afwijken. De onzekerheid hierin is bij geen van beide methoden precies te berekenen. Wel kan worden geconcludeerd dat de beide methoden een vergelijkbare ontwikkeling in EVG over de jaren berekenen, zodat daarvan een goed beeld gegeven kan worden.

Resultaten

Ontwikkeling ten opzichte van de doelstelling

Het aantal ernstig verkeersgewonden in de Vervoerregio Amsterdam in 2016 is geschat op 2.070. Dit betekent een stijging van 120 (6%) ten opzichte van 2010 (1.950). Ook het landelijk aantal EVG is in die periode gestegen; te weten met 12%. Dit wijk sterk af van de boogde ontwikkeling, van 25% reductie in 2020 ten opzichte van 2010.

Ontwikkeling per regio

In de Vervoerregio Amsterdam viel in 2016 circa 62% van alle ernstige verkeersgewonden in de gemeente Amsterdam (1.270 van de 2.070). In de deelregio's Noord en Zuid vielen respectievelijk 330 (16%) en 460 (22%) slachtoffers.

Het aantal EVG in de gemeente Amsterdam steeg met ca. 2% van 1.240 in 2010 naar 1.270 in 2016. In Vervoerregio Amsterdam Zuid was die stijging bijna 5% (van 440 naar 460), en in Vervoerregio Amsterdam Noord was de stijging sterker, namelijk 22% (van 270 naar 330); zie onderstaande figuur. De deelregio Noord heeft van de drie deelregio’s de laagste geschatte aantallen EVG, maar wel de grootste stijging, zowel absoluut als relatief.

Ontwikkeling per vervoerswijze

De meeste slachtoffers vallen onder fietsers en in de categorie snor-/brom-/motorfietsers. In 2016 was 56% van de ernstig verkeersgewonden een fietser. Bij ongeveer vier op de vijf fietsslachtoffers ging het om een ongeval waarbij geen motorvoertuig betrokken was. Het totaal aantal fietsers dat ernstig gewond raakt is over de periode 2010-2016 toegenomen van 1.040 naar 1.190; een toename van 14%. Die stijging geldt voor fietsers in zowel ongevallen zonder als ongevallen met een betrokken motorvoertuig.

Van 2010 tot 2016 is het totaal aantal ernstig verkeersgewonden in de categorie snor-/brom-/motorfietsers gestabiliseerd rond de 500. Gezien het relatief kleine aantal slachtoffers onder motorfietsers is het aannemelijk dat de stabilisering zich ook onder de groep brom- en snorfietsers heeft voorgedaan. In 2016 reed 26% van de ernstig verkeersgewonden op een motor, brom-, of snorfiets; vergelijkbaar met de situatie in 2010 (ca 25%).

Het aantal ernstig verkeersgewonden onder inzittenden van een auto of bestelauto is afgenomen van 210 in 2010 naar 140 in 2016; een reductie van 33%.

Het aantal ernstig gewonde voetgangers is in de periode 2010-2016 met ca.12% afgenomen van 160 naar 140.

Ontwikkeling naar leeftijd en geslacht

De meeste ernstig verkeersgewonden vallen in 2016 onder de 60-plussers (31%), gevolgd door verkeersdeelnemers in de leeftijd van 30-49 en 15-29 jaar; elk 25%. In 2010 lagen deze aandelen respectievelijk op 24%, 29% en 25%. Het aandeel 60-plussers onder de ernstig verkeersgewonden is dus sterk toegenomen in de periode 2010-2016. Het aantal is in deze periode toegenomen van 460 naar 630, een stijging van 37%. In de periode vanaf 2010 is het aantal EVG in de andere leeftijdsgroepen niet zo sterk gestegen en voor 30-49 jarigen met ca. 10% gedaald van 570 naar 510.

Ongeveer drie op de vijf ernstig verkeersgewonden is in 2016 man (60%). Dit is nagenoeg gelijk aan het aandeel in 2010, toen 62% van de ernstig verkeersgewonden man was.

Ontwikkeling per vervoerswijze naar leeftijd

In de periode 2010-2016 stijgt het aantal ouderen (60-plus) relatief sterk onder ernstig verkeers­gewonde fietsers (wel of niet gebotst met een motorvoertuig), snor-/brom-/motorfietsers, en voetgangers. Deze trend is terug te zien in alle deelregio’s.

Bij geen van de vervoerswijzen is er een stijging in het aantal ernstig verkeersgewonden onder kinderen (0-14 jaar). Onder kinderen (0-14) als voetganger daalt het aantal ernstig verkeersgewonden sinds 2010.

In het algemeen zijn de ontwikkelingen in het aantal EVG per vervoerswijze, uitgesplitst naar leeftijd vergelijkbaar in de drie afzonderlijke deelregio’s.

Conclusies en aanbevelingen

Ontwikkeling in de Vervoerregio Amsterdam

De ontwikkeling van het aantal ernstig verkeersgewonden in de Vervoerregio Amsterdam blijkt – met name in 2015 en 2016 – sterk af te wijken van de ontwikkeling die nodig is om de doelstelling te bereiken: 25% reductie van het aantal EVG in 2020 ten opzichte van het peiljaar 2010.

Methode

De methode waarmee in dit onderzoek de aantallen ernstig verkeersgewonden voor de Vervoerregio Amsterdam zijn geschat, is voldoende betrouwbaar om een algemeen beeld te geven van de ontwikkeling over de jaren 2010-2016. De onzekerheid in de geschatte aantallen ernstig verkeersgewonden is niet precies te berekenen.

Het is gewenst om bij eventuele toekomstige analyses te kunnen beschikken over meer en recentere ambulancegegevens dan die nu beschikbaar waren over de periode 2009-2012. Het is daarvoor van belang om met ambulanceorganisaties afspraken te maken over het verkrijgen en het gebruik van deze gegevens.

Registratie

Politiegegevens blijven op dit moment de belangrijkste bron van informatie voor het bepalen van de locatie en de toedracht van verkeersongevallen. Het blijft daarom noodzakelijk om te werken aan de compleetheid van politieregistratie, zowel landelijk als voor de politiekorpsen in de Vervoerregio Amsterdam.

Doelgroepenbeleid

De resultaten van dit onderzoek geven aanleiding voor algemeen preventief verkeersveiligheids­beleid. De algemene ontwikkeling van het aantal ernstig verkeersgewonden in de Vervoerregio Amsterdam laat een stijging zien van ongeveer 6% in 2016 (2.070) ten opzichte van het peiljaar 2010 (1.950). Er zijn verschillen tussen deelregio’s. De landelijke ontwikkeling is eveneens – en zelfs nog sterker – stijgend; een toename van 12% tussen 2010 en 2016.

Een deel van de stijging van het aantal EVG in de Vervoerregio Amsterdam gaat samen met een toename van bevolking. Daarnaast zal er ook invloed uitgaan van een eventuele verandering van reizigerskilometers. Over (een verandering in) de mobiliteit in de Vervoerregio Amsterdam zijn echter geen gegevens bekend.

De resultaten laten eveneens zien dat fietsers en verkeersdeelnemers van 60 jaar en ouder de grootste doelgroepen zijn voor beleid dat de verkeersveiligheid beoogt te vergroten.

Rapportnummer
R-2018-8
Pagina's
57
Gepubliceerd door
SWOV, Den Haag

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.