Fietsongevallen als gevolg van een mechanisch gebrek

Resultaten op basis van een straat-enquête
Auteur(s)
Schoon, Ing. C.C.
Jaar
In vergelijking met andere Europese landen is Nederland een fietsland bij uitstek. Toch zijn de eisen voor fietsen zoals die op dit moment zijn vastgelegd in het Wegenverkeersreglement, minimaal. In hoeverre heeft dit consequenties voor de verkeersveiligheid? Deze vraag vormt het uitgangspunt van dit rapport. De SWOV heeft onderzocht welk aandeel van de fietsongevallen te wijten is aan een technisch gebrek aan de fiets. Verder is geïnventariseerd welke fietsonderdelen hieraan bijdragen. Het onderzoek is gebaseerd op een representatieve enquête onder het winkelend publiek in de nazomer van 1994. Totaal zijn ruim 7000 fietsers ondervraagd. Meer dan de helft van de ondervraagden fietst 10 tot 50 kilometer per week. Slechts 5% fietst meer dan 100 kilometer per week. Van de ondervraagden heeft 28% ooit een fietsongeval gehad. Van deze ongevallen was volgens opgave van de fietsers 10% te wijten aan een mechanisch gebrek van de fiets. De meeste fietsen met een gebrek waren, overeenkomstig het marktaandeel, zogenoemde `alledaagse' fietsen (71%). Over de onder- dan wel oververtegenwoordiging van bepaalde merken kan niets worden gezegd, omdat geen marktaandelen verdeeld naar merk bekend zijn. De meeste fietsen met technische gebreken waren geleverd door de vakhandel. Fietsen betrokken van warenhuizen en andere afzetkanalen, waren bij de fietsen met gebreken niet oververtegenwoordigd. Opmerkelijk is dat 45% van de fietsers aangaf dat slecht onderhoud te maken heeft gehad met het ontstaan van het mechanisch gebrek. De helft van de ondervraagden heeft bij het ongeval dat te wijten was aan een mechanisch gebrek letsel opgelopen. Hiervan diende 36% medisch behandeld te worden. Remmen blijken een kwetsbaar onderdeel aan de fiets te zijn. Door de ondervraagden werd in 29% van de gevallen dit onderdeel als oorzaak van het ongeval genoemd. Gebreken aan de voorvork, het stuur en frame waren elk met een aandeel van circa 10% vertegenwoordigd. Breuken in deze onderdelen kwamen het meeste voor. Gebrek aan de verlichting is niet vaak genoemd. Dit houdt mogelijk verband met het feit dat de verlichting minder gauw in verband met ongevallen wordt gebracht. Vastgesteld is dat de gevolgen van de gerapporteerde ongevallen vanwege defecte verlichting wat ernstiger lijken dan de gevolgen bij ongevallen vanwege andere gebreken. In het onderzoeksrapport wordt vermeld dat een ongeval meestal niet aan één oorzaak opgehangen kan worden. Veelal zal sprake zijn van een combinatie van omstandigheden. Op basis van de resultaten wordt gesteld dat meer aandacht aan de kwaliteit van de fiets besteed moet worden. Zowel bij de overheid en industrie als bij de gebruiker zelf. Met name bij de remmen is meer, dan wel beter onderhoud gewenst; daarnaast dienen betere en duurzamere remsystemen te worden toegepast. Voor plotseling optredende gebreken als breuken, wordt het stellen van hogere kwaliteitseisen op wettelijke basis aanbevolen.
In comparison to other European countries, the Netherlands is ideal for cyclists. Nevertheless, the technical requirements imposed on bicycles as presently set out in the Road Traffic Code are minimal. To what extent does this have consequences for road safety? This question forms the basis of this report. The SWOV has investigated what proportion of cycling accidents can be attributed to a technical defect of the bicycle. It has also examined which bicycle parts contribute to this aspect. The study is based on a representative survey amongst the shopping public in late summer, 1994. In total, over 7,000 cyclists were questioned. More than half of the people interviewed cycled 10 to 50 km per week. Only 5% cycled more than 100 km per week. Of those questioned, 28% had experienced a cycle accident at some time. The cyclists claimed that 10% of these accidents could be blamed on a mechanical defect of the bicycle. In keeping with their market share, most bicycles with a defect represented the so-called 'standard' cycles (71%). The dominance or under-representation of certain brands could not be established, since no market shares on the basis of brand are known. Most bicycles with technical defects were supplied by professional retailers. Bicycles obtained from department stores and other distributor channels were not over-represented amongst the defective bicycles. It is interesting to note that 45% of cyclists indicated that poor maintenance had contributed to the presence of a mechanical defect. Half of those questioned were injured as the result of an accident which was attributable to a mechanical defect. Of those injured, 36% needed medical treatment. Brakes appeared to be a vulnerable part of the bicycle. Those interviewed referred to this part as cause of the accident in 29% of cases. Defects to the front fork, the handlebars and frame were each represented with a share of about 10%. Lack of lighting was not often cited. This may be due to the fact that lighting is less often associated with accidents. It was determined that the consequences of the reported accidents due to defective lighting appear to be somewhat more severe than the consequences associated with accidents due to other mechanical defects. The study report notes that, in general, an accident cannot be attributed to a single cause. A combination of circumstances is more likely. Based on the results, it can be stated that more attention should be devoted to the quality of the bicycle, both by government and industry, and by the user. In particular with respect to the brakes, more, or at least better, maintenance is desirable. Furthermore, improved and more durable braking systems should be fitted. For sudden onset defects such as frame fracture, the imposition of stricter quality requirements supported by legislation is recommended.
Rapportnummer
R-94-46
Pagina's
22 + 18
Gepubliceerd door
SWOV, Leidschendam

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.