Evaluatie van het toezicht op snelheid op het 80 km/uur-wegennet in Flevoland

Rapportage over fase 0, 1 en 2
Auteur(s)
Oei, Ir. H.L. ; Goldenbeld, Dr. Ch
Jaar
In de politiedistricten Noord en Midden in Flevoland zijn in 1994 radarcontroles gehouden op 80 km/uur-wegen. De snelheidscontrole werd gedurende twee perioden uitgevoerd: voor en na de zomervakantie. In district Noord werd op kenteken bekeurd en vervolgens werd een feedbackbord getoond voorbij de controleplaats, met de tekst: ‘Uw snelheid is gecontroleerd. Politie'. In district Midden werden de voertuigen uitsluitend staande-gehouden. Depolitie-inzet voor deze controles was voor de twee gebieden ongeveer gelijk. Voor de start van de campagne en gedurende de campagne werd voorlichting gegeven via de regionale media. De rijsnelheid werd geëvalueerd aan de hand van metingen voor de start van de campagne, tijdens fase 1, voor de start van fase 2 en in fase 2. Tevens werd een enquête gehouden onder automobilisten, onder meer om het draagvlak van de toegepaste controles na te gaan. Bovendien rapporteerde de politie haar eigen ervaringen. Een opmerkelijk resultaat van de enquête was dat de respondenten een positievere attitude hadden tegenover de controle met staande-houding dan de controle op kenteken. De twee toezichtsmethoden hebben een niet te verwaarlozen snelheidsafname met zich meegebracht: het percentage overschrijders is in district Noord van 42% (voor start campagne) naar 35% (eind van de campagne) teruggebracht; in district Midden werd een afname van 60% naar 45% gemeten. Er is echter wel een groot verschil in snelheidsniveau tussen deze gebieden geconstateerd, waardoor de resultaten mogelijk niet (geheel) vergelijkbaar zijn. Bovendien zijn interacties van de beide toezichtsmethoden niet uit te sluiten, vanwege het geografische nabuurschap van de twee regio's. De landelijke reorganisatie van de politie vormde een handicap bij een goede uitvoering van de campagne: verkeerstoezicht krijgt bij de politie lage prioriteit, gespecialiseerde radar-waarnemers zijn nauwelijks aanwezig en nieuwe medewerkers moesten er nog een opleiding voor krijgen. Aanbevolen wordt om toezicht op snelheid een hogere prioriteit te geven dan nu het geval is. Landelijk onderzoek naar verschil in effecten tussen de twee toegepaste toezichtsmethoden, waarbij interacties tussen de gebieden waar deze worden uitgevoerd uitgesloten zijn, is aanbevelenswaardig.
In the province of Flevoland, i.e. in the police districts Noord and Midden a speed campaign was conducted in 1994. This campaign was held before and after the summer holidays, with a total duration of 4 months. In district Noord speed enforcement was done by using radar and a camera exclusively and a feed back sign downstream of the police radar showing ‘Your speed has been checked. Police'. In district Midden all trespassers are stopped by the police. The input of police manpower during the campaign in the two regions were of about the same level. An information campaign for the regional press was conducted before the start and during the speed campaign. Speed was evaluated before and during the speed campaign. A survey was conducted between car drivers, to receive information regarding the experience of drivers on the two enforcement methods. The police reported on their experiences during the campaign. The survey resulted in a more positive attitude of responding drivers for the enforcement method where speeders are stopped by the police than for automatic enforcement, where number plates are being photographed and fines being sent later at the home address. The two enforcement methods resulted in a speed reduction of cars: the percentage of speeders in district Noord went from 42% before the campaign to 35% at the end of the campaign. In district Midden the reduction was from 60% to 45%. The speed level in the two regions differs remarkably, so posssibly these regions are not quite comparable. Further these are neighbouring regions geographically seen, so interactions of both enforcement methods cannot be excluded. Police experience showed that the national police reorganisation was a handicap to conduct the speed campaign optimally: enforcement of traffic offences got low priority, the specialized radar teams were abolished, so new personal had to be trained and experience had to be gained. It is advised to give speed enforcement higher priority than has been given until now. It is advisable to conduct research based on a better experimental design, i.e. excluding possible interactions between regions
Rapportnummer
R-95-32
Pagina's
25 + 87
Gepubliceerd door
SWOV, Leidschendam

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.