Evaluatie van het toezicht op snelheid op 80- en 100 km/uur-wegen in Friesland

Rapportage over fase 0, 1 en 2.
Auteur(s)
Oei, Ir. H.L. ; Goldenbeld, Dr. Ch
Jaar
In Friesland is in 1994 een snelheidscampagne gevoerd op negenendertig 100- en 80 km/uur-wegvakken buiten de bebouwde kom. De campagne is gehouden in twee fasen van elk drie maanden. De controles vonden plaats vanuit een onopvallende radarauto langs de weg. Er werd alleen op kenteken bekeurd. Per wegvak is gemiddeld eenmaal per twee weken gecontroleerd. Tijdens de controle-uren werd voorbij de controleplaats een bord geplaatst met de tekst Uw snelheid is gecontroleerd. Politie. Om de opmerkzaamheid van automobilisten te vergroten, werd bovendien periodiek (buiten de controle-uren om) een snelheidsbord ingezet waarop passerende bestuurders konden aflezen hoe snel ze reden. Vóór de start van de campagne en ook tijdens de campagne is voorlichting over de actie gegeven via de regionale media. Om na te gaan hoe groot het draagvlak is voor deze nieuwe aanpak van het snelheidsprobleem, is een enquête onder automobilisten gehouden. Voorts heeft de politie rapport uitgebracht van haar ervaringen. De gereden snelheden zijn geëvalueerd op basis van metingen die werden uitgevoerd voorafgaand aan de campagne en ook gedurende de campagne (in de fasen 1 en 2). Blijkens de metingen bedroeg het percentage voertuigen dat op autowegen sneller dan de limiet van 100 km/uur reed zowel vóór als tijdens de campagne slechts enkele procenten. Op de 80 km/uur-wegen lag dit percentage voorafgaand aan de campagne hoger: respectievelijk 42% (op wegen gesloten voor langzaam verkeer) en 37% (op wegen gesloten voor (brom)fietsers). In fase 1 van de campagne zijn deze percentages teruggebracht tot respectievelijk 32% en 29%. De metingen in fase 2 bleken een sterk afwijkend beeld te vertonen; er was sprake van zowel een relatief grote groep zeer langzame rijders als van een relatief grote groep zeer snelle rijders. Voor dit verschijnsel kon geen verklaring gevonden worden. Degegevens in kwestie zijn wel opgenomen in de tabellen, maar worden bij de interpretatie niet in beschouwing genomen. De resultaten van de enquête wijzen uit dat de bij deze campagne gehanteerde vorm van controle door een grote meerderheid van de respondenten wordt aanvaard. De politie ondervond evenwel problemen bij het opzetten en het uitvoeren van de campagne, als gevolg van de landelijke reorganisatie bij de politiekorpsen; doordat gespecialiseerde verkeershandhavings- en radarteams zijn opgeheven, moest worden gewerkt met een groot aantal radarwaarnemers met geen of weinig ervaring. Het aantal geplande controles kon hierdoor niet worden gehaald; van de afgesproken hoeveelheid werd 54% gerealiseerd. De evaluatie van de snelheidscampagne voert tot de conclusie dat, om de taakstelling voor het jaar 2000 ten aanzien van het speerpunt `snelheid' te kunnen halen, verkeershandhaving hogere prioriteit dient te krijgen. Ook dient de capaciteit voor toezicht op rijsnelheid verruimd te worden
In 1994, a speed enforcement campaign was conducted on 39 roads of the provincial road network in Friesland. The speed limit on most of these rural roads was 80 km/h, a minor part had a speed limit of 100 km/h. Thewhole campaign was conducted during two phases: three months before and three months after the summer holidays. The speed enforcement was done using an unmarked police car parked along side the road from where a radar and camera registers all vehicles that exceed the speed limit plus a certain margin. Downstream a feed back sign informed the driver that his/her speed had been checked by the police. To increase attentiveness a sign showing the driving speed was used periodically without enforcement being applied. Before the start and during the campaign information about the operation was given through the regional media. Evaluation of the campaign consisted of an interpretation of the registered driving speeds, a survey among drivers to evaluate the social acceptance of the campaign, and an evaluation by the police regarding the experiences, problems encountered and possible solutions. The percentage of vehicles speeding on the 100 km/h roads was a few percent before and during the campaign. For the 80 km/h roads this percentage was lowered in phase 1 for the roads closed for slow vehicle types from 42 to 32% and for roads closed for bicycles and mopeds from 37 to 29%. The speed data in phase 2 showed a relative great group of cars driving very slow and also a great group of cars driving very fast. No explanation could be given for this phenomenon. Speed tables of phase 2 are incorporated in the report, but the interpretation of this phase is ommitted. The survey showed that the type of speed enforcement that was exercised during this campaign was accepted by 75% of the drivers. The police however, encountered problems during planning and conducting the speed enforcement campaign, for a greater part as a result of the national reorganisation of the police force. Priority for traffic enforcement was lowered and traffic enforcement teams were abolished and so the acquired specialisation was lost. The speed enforcement was conducted by a relatively large team having few or no experience. Consequently, the planned enforcement programme could not be fully conducted; 54% was realised. The evaluation of the speed enforcement campaign leads to the conclusion that, in order to achieve the task set by the government regarding speed in the year 2000, speed enforcement needs to get higher priority. Also, the capacity for enforcing speed should be increased
Rapportnummer
R-95-24
Pagina's
34 + 25
Gepubliceerd door
SWOV, Leidschendam

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.