ADAS in het rijexamen

Vragenlijstonderzoek onder rijschoolhouders en rijexaminatoren naar moderne rijtaakondersteunende systemen in de rijopleiding en het rijexamen voor rijbewijs B
Auteur(s)
Vlakveld, W.P.; Wesseling, S.
Jaar

Sinds 1 januari 2016 mag op het rijexamen voor personenauto’s gebruikgemaakt worden van zogeheten Advanced Driver Assistance Systems (ADAS). Uitgezonderd zijn systemen die de auto automatisch parkeren. Geavanceerde rijtaakondersteunende systemen variëren van Cruise Control tot Autopilot en omvatten systemen die de bestuurder ondersteunen bij het reguleren van de snelheid en het sturen. Ze helpen botsingen te voorkomen, zoals Automatic Emergency Braking (AEB), en houden het verkeer in het oog waarmee men in botsing kan komen, zoals Dodehoekverklikkers. Daarnaast gaat het om systemen die de bestuurder monitoren, zoals Vermoeidheidsdetectoren en systemen die informatie geven bij het parkeren en wegrijden, zoals Parkeersensoren. Het CBR heeft SWOV gevraagd om in nauwe samenwerking met het CBR na te gaan hoe van deze ADAS-regeling gebruikgemaakt wordt. Daartoe is zowel een online vragenlijst ontwikkeld voor rijschoolhouders als voor rijexaminatoren. De vragen voor de rijschoolhouders hadden betrekking op de in hun lesauto’s aanwezige ADAS en het gebruik daarvan tijdens zowel de rijlessen als het rijexamen. De vragen voor de rijexaminatoren hadden betrekking op het gebruik van ADAS op het rijexamen.

Alle rijschoolhouders die bij het CBR bekend zijn (6040) hebben een verzoek ontvangen om de vragenlijst in te vullen. 1047 rijschoolhouders (17,4%) hebben hieraan gehoor gegeven. Ook alle rijexaminatoren die rijexamen B afnemen (641) hebben per e-mail het verzoek ontvangen de vragenlijst in te vullen. 272 hebben dat gedaan; dit is 42,4%. Doordat niet uitgesloten kan worden dat groepen met bepaalde achtergrondkenmerken vaker de vragenlijst hebben ingevuld dan groepen met andere achtergrondkenmerken, dient enige voorzichtigheid worden betracht bij de interpretatie van de resultaten. Dit geldt met name voor de rijschoolhouders, omdat maar 17,4% van de rijschoolhouders de vragenlijst heeft ingevuld.

Veel lesauto’s blijken voorzien te zijn van traditionele Cruise Control (ruim 90%). Bij dit systeem stelt de bestuurder een snelheid in die de auto dan automatisch aanhoudt. Ook zijn lesauto’s vaak voorzien van Parkeersensoren (bijna driekwart van de lesauto’s). Rond de 30% van de lesauto’s beschikt over een Achteruitrijcamera en eveneens rond de 30% beschikt over een navigatiesysteem dat continu de maximumsnelheid aangeeft van de weg waarop men rijdt en die waarschuwt wanneer er harder dan de limiet wordt gereden. Geavanceerde systemen die ongeveer in één op de vijf lesauto’s zitten, zijn: Adaptive Cruise Control (ACC), Distance Alert (ook wel Forward Collision Warning genoemd), Automatic Emergency Braking (AEB) en Vermoeidheidsdetectie. Systemen waarnaar gevraagd is die nog in weinig lesauto’s aanwezig zijn (één op de negen of minder), zijn: de Intelligente Snelheidsbegrenzer (ISA), de Dodehoekverklikker, Lane Departure Warning, Lane Keeping Assist, Cross Traffic Alert en de Autopilot.

Van de systemen die meestal niet uit te zetten zijn, geven de rijschoolhouders aan dat deze systemen ook aanstaan op het rijexamen. Van de systemen die wel aan en uit te schakelen zijn en die veel aanwezig zijn in lesauto’s, zoals Cruise Control, geeft rond 2% van de rijschoolhouders aan dat deze altijd gebruikt wordt op het rijexamen. Een ruime meerderheid van de rijschoolhouders vindt het lesgeven in het gebruik van Parkeersensoren (ca. 80%), Cruise Control (ca. 65%) en de Achteruitrijcamera (ca. 62%) nuttig tot zeer nuttig. Rond de 40 tot 50% van de rijschoolhouders vindt het lesgeven in het gebruik van ACC, Distance Alert, AEB, Adviserende Maximumsnelheidsassistentie, Dodehoekverklikkers, Lane Departure Warning, Vermoeidheidsdetectie en Cross Traffic Alert nuttig tot zeer nuttig. Het geven van les in de nog weinig voorkomende rijtaakondersteunende systemen, zoals de Intelligente Snelheidsbegrenzer en Autopilot wordt door relatief weinig rijschoolhouders nuttig tot zeer nuttig gevonden: respectievelijk 27% en 18% van de rijschoolhouders vindt dat nuttig tot zeer nuttig. Meer dan de helft van de rijschoolhouders met minimaal één lesauto met een bepaalde ADAS die aan- en uitschakelbaar is, geeft aan dat die ADAS nooit wordt gebruikt op het rijexamen, terwijl van dezelfde ADAS de rijschoolhouders zeggen dat die ADAS meestal (90 tot 70 %) wel gebruikt wordt tijdens de rijlessen. Het gaat dan om een enkele keer tot altijd. Hoewel rijschoolhouders het geven van les in het rijden met een bepaald geavanceerd rijtaakondersteunend systeem doorgaans nuttig vinden en deze systemen regelmatig aanstaan tijdens de rijlessen, geeft maar rond de 30% aan gepland rijles te geven in het rijden met dat desbetreffende rijtaakondersteunende systeem. Vaker gebeurt het dat terloops tijdens de rijlessen les gegeven wordt in het rijden met een bepaalde ADAS. Dit komt ongeveer twee keer zoveel voor dan geplande rijles. Theorieles over het rijden met een bepaald rijtaakondersteunend systeem komt sporadisch voor. Rond de 2% van de rijexaminatoren met minimaal één lesauto met een bepaalde ADAS geeft aan daarin ook theorieles te geven.

Ruim driekwart van de rijschoolhouders geeft aan op de aanwezigheid van ADAS te letten bij aanschaf van een nieuwe lesauto. Er is gevraagd of zij bij aanschaf er een met een bepaalde ADAS zouden nemen als geld geen rol speelt en als geld wel een rol speelt. Toch is voor veel rijschoolhouders de aanwezigheid van ADAS in een lesauto niet van al te groot belang. In mate van belangrijkheid bij aanschaf scoort ADAS net iets beter dan de kleur van de auto, maar bijna driekeer lager in belangrijkheid dan de kosten van de auto. Ongeveer 70% van de rijschoolhouders kiest bij aanschaf van een nieuwe lesauto voor Parkeersensoren en ongeveer 65% kiest voor Cruise Control. Het maakt daarbij niet zoveel uit of geld wel of geen rol speelt. Populair zijn ook de Achteruitrijcamera en de Dodehoekverklikkers. Bij deze twee systemen speelt geld echter wel een rol. 63% van de rijschoolhouders zou een nieuwe lesauto kopen met Achteruitrijcamera als geld geen rol speelt en 46% zou dit doen als geld wel een rol speelt. Voor Dodehoekverklikkers liggen deze percentages respectievelijk op 63% en 38%. Voor de meest geavanceerde rijtaakondersteunende system zoals de Autopilot, Lane Keeping Assist en Cross Traffic Alert koesteren rijschoolhouders weinig belangstelling, zelf als geld geen rol speelt.

Bijna de helft van de rijexaminatoren weet nooit of vrijwel nooit welke ADAS in de lesauto aanwezig is. Dit geldt vooral voor systemen die niet duidelijk zichtbaar zijn. Weinig rijexaminatoren (nog geen 4% van de rijexaminatoren) vragen altijd of bijna altijd vooraf aan de kandidaat welke ADAS er in de lesauto zit. De kandidaat (90% van de kandidaten) informeert uit zichzelf de rijexaminator daar ook nooit of bijna nooit over. Als rijexaminatoren al weten welke ADAS er in de lesauto zit, dan is dat op basis van kennis die zij hebben over bepaalde merken en modellen. ADAS die aanstaat wordt door de rijexaminatoren als een gegeven beschouwd. Het komt zelden (minder dan 1%) voor dat bij systemen die aan en uit te zetten zijn de examinator vraagt om een systeem juist aan dan wel uit te zetten om de rijvaardigheid van kandidaten zowel met als zonder die desbetreffende vorm van ADAS te kunnen beoordelen. Evenals de rijschoolhouders geven de rijexaminatoren aan dat de verschillende vormen van ADAS, inclusief de vormen van ADAS die veel voorkomen, maar bij enkele rijexamens gebruikt worden. De rijexaminatoren konden aangeven hoe vaak ergens gedurende de examenritten Cruise Control aanstaat. De antwoord­categorieën waren: bij vrijwel alle examens, bij ongeveer driekwart van de examens, bij ongeveer de helft van de examens, bij ongeveer een kwart van de examens, bij enkele examens. Bijna 90% van de rijexaminatoren geeft aan dat bij enkele examens Cruise Control aanstaat. Een uitzondering vormen de Parkeersensoren en de navigatiesystemen die de maximumsnelheid aangeven van de weg waarop men rijdt en die waarschuwen wanneer de maximumsnelheid wordt overschreden (de Adviserende Maximumsnelheidsassistentie). Dit zijn systemen die in auto’s meestal ook automatisch aanstaan.

Per rijtaakondersteunend systeem hebben de rijexaminatoren met ervaring in het examineren met dat systeem, aangegeven of het systeem het kijk- en rijgedrag van de kandidaat beïnvloedt. Voor de meeste systemen geldt dat er meer examinatoren zijn die vinden dat een rijtaakondersteunend systeem geen invloed heeft op het rij- en kijkgedrag van de kandidaat dan rijexaminatoren die vinden dat dit wel het geval is. Daarbij is er een verschil tussen de rijtaakondersteunende systemen. Van systemen die op de achtergrond aanwezig zijn, maar waarvan iemand bij ‘gewoon rijden’ niets merkt, zoals AEB, vinden ongeveer tien keer zoveel rijexaminatoren dat het kijk- en rijgedrag niet beïnvloed wordt dan dat dit wel beïnvloed wordt. Van Parkeersensoren en de Achtereruitrijcamera vinden de meeste rijexaminatoren (bij beide systemen ca. 70% van de rijexaminatoren) daarentegen dat het systeem juist wel invloed heeft op het rij- en kijkgedrag. Van de Adviserende Maximumsnelheidsassistentie vinden evenveel rijinstructeurs dat dit systeem het rij- en kijkgedrag wel beïnvloedt als dat het systeem het rij- en kijkgedrag niet beïnvloedt. Indien rijexaminatoren meenden dat een rijtaakondersteunend systeem op enigerlei wijze het rij- en kijkgedrag beïnvloedt, is doorgevraagd naar het gedeelte van de kandidaten waarbij die invloed te merken was aan alertheid, kijkgedrag en afleiding. Die vragen zijn vaak door maar weinig rijexaminatoren beantwoord en de rijexaminatoren die deze vragen wel hebben beantwoord, verschillen onderling sterk van mening over het gedeelte van de kandidaten dat op een bepaalde wijze door het systeem beïnvloed wordt. Mogelijk konden de rijexaminatoren dit moeilijk inschatten, omdat dat vaak op basis van de herinnering aan het gedrag van slechts enkele kandidaten moest gebeuren. Er is aan de rijexaminatoren ook per rijtaakondersteunend systeem gevraagd of zij vonden dat er in de rijprocedure een procedure zou moeten komen over het rijden met dat systeem. Voor vrijwel elk rijtaakondersteunend systeem geldt dat een ruime meerderheid van de rijexaminatoren vindt dat daarvoor geen aparte procedure in de rijprocedure hoeft te komen staan. Ongeveer één op de vijf rijexaminatoren vindt echter van wel.

Aan het einde van de vragenlijst voor rijexaminatoren is aan de rijexaminatoren gevraagd in welke mate men het eens is met bepaalde stellingen. De rijexaminatoren zijn bijna unaniem van mening dat leerlingen ook opgeleid moeten worden in het rijden met de meest voorkomende vormen van ADAS. Ze zijn iets minder uitgesproken als het gaat om het toetsen van het rijden met en zonder de meest voorkomende systemen tijdens het praktijkrijexamen, al vinden er wel meer rijexaminatoren dat dit wel zou dienen te gebeuren dan die vinden dat dit niet zou dienen te gebeuren. Veruit de meeste rijexaminatoren vinden echter weer wel dat in het theorie-examen vragen gesteld dienen te worden over de meest voorkomende vormen van ADAS. Over het verplichtstellen van de meest voorkomende vormen van ADAS in auto’s waarin examen wordt afgelegd, zijn de rijexaminatoren sterk verdeeld. Op de vraag wie nu het meest verantwoordelijk is voor het leren rijden met ADAS zijn de rijexaminatoren niet duidelijk uitgesproken. De bestuurder zelf werd door de rijexaminatoren wat vaker als de meest verantwoordelijke bestempeld dan het CBR. De autofabrikant en de rijschoolhouder zaten daar tussenin.

Rapportnummer
R-2018-20
Pagina's
93
Gepubliceerd door
SWOV, Den Haag

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.