Ernstig verkeersgewonden 2019

Schatting van het aantal ernstig verkeersgewonden in 2019
Auteur(s)
Bos, N.M.; Bijleveld, F.D.; Decae, R.J.; Aarts, L.T.
Jaar

Het aantal ernstig verkeersgewonden is een belangrijke indicator voor de verkeersonveiligheid. Een ernstig verkeersgewonde wordt in Nederland sinds 2010 als volgt gedefinieerd:

Een ernstig verkeersgewonde is een slachtoffer dat als gevolg van een verkeersongeval is opgenomen in een ziekenhuis met een letselernst uitgedrukt in MAIS [1] van ten minste 2, en dat bovendien niet binnen 30 dagen overleden is aan de gevolgen van het ongeval.

Nederland was een van de eerste landen die een dergelijke medische definitie hanteerde voor ernstig gewonde verkeersslachtoffers. Later is in Europa MAIS3+ als uitgangspunt genomen voor de definitie van ernstig verkeersgewonden. Het ligt dan ook in de rede om na 2020 de huidige Nederlandse definitie aan te passen van MAIS2+ naar MAIS3+ (een zwaardere letselernst dus). Dit sluit ook beter aan bij de definitie van ‘ernstig gewond’ zoals die binnen de medische sector wordt gehanteerd. Tot die tijd spreken we bij ernstig verkeersgewonden op basis van MAIS2+ over ernstig verkeersgewonden volgens de (huidige) Nederlandse definitie; ernstig verkeers­gewonden op basis van MAIS3+ duiden we aan met de internationale definitie.

Ten opzichte van de MAIS3+-slachtoffers is het aantal verkeersgewonden met MAIS2-letsel relatief groot. Ook zitten er tussen de MAIS2-gewonden veel fietsslachtoffers, die waarvan er slechts weinig worden geregistreerd door de politie (zie hieronder). Daarom is het aan te bevelen om naast MAIS3+-slachtoffers ook de ontwikkelingen binnen het aantal MAIS2-slachtoffers te blijven monitoren.

Aantal ernstig verkeersgewonden in 2019 op zelfde niveau als in 2018

In Nederland is geen register voorhanden waarin alle ernstig verkeersgewonden zijn geregistreerd. Daarom bepaalt SWOV jaarlijks het aantal ernstig verkeersgewonden van het voorgaande jaar door de gegevens uit twee databronnen met elkaar te vergelijken: het Bestand geRegistreerde Ongevallen in Nederland (BRON, ‘de politieregistratie’) en de Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZ, ‘de ziekenhuisregistratie’). Met deze methode kan informatie over letselernst uit de ziekenhuisregistratie gecombineerd worden met ongevalskenmerken uit de politieregistratie. Bovendien komen zo ook slachtoffers aan het licht die in de ene registratie ontbreken maar wel in de andere blijken voor te komen.

Op basis van deze methode komt SWOV tot de volgende conclusie: in 2019 vielen er naar schatting 21.400 ernstig verkeersgewonden in het verkeer, dat zijn er circa 300 minder dan in 2018. Er vielen 6.900 ernstig verkeersgewonden volgens de internationale definitie waarbij MAIS3+ als letselcriterium wordt gebruikt, dat zijn er 100 meer dan in 2018. Rekening houdend met de onzekerheden in de schattingen (een marge van circa 400), concluderen we dat het aantal ernstig verkeersgewonden in 2019 op hetzelfde niveau is gebleven als in 2018. Dit geldt zowel voor de ernstig verkeersgewonden volgens de Nederlandse definitie (op basis van MAIS2+) als volgens de internationale definitie (volgens MAIS3+).

Methode in meer detail

De methode om het aantal ernstig verkeersgewonden te bepalen, bestaat dus uit het koppelen van slachtoffers in BRON en patiënten uit de LBZ. Dit gebeurt op basis van een aantal overeenkomstige of samenhangende kenmerken:

  • geboortedatum en geslacht van het slachtoffer in beide bestanden;
  • datum en tijdstip van zowel het ongeval als van de ziekenhuisopname (letselafhankelijk tijdverschil);
  • de provincie van zowel het ongeval als van het ziekenhuis waar het slachtoffer naartoe is vervoerd.

Uit de gekoppelde slachtoffers worden alleen die met ernstig letsel (MAIS2+) geselecteerd. Na de koppeling vinden er ook nog diverse correcties plaats: een correctie voor de incompleetheid van de LBZ en voor ongevallen die niet op de openbare weg plaatsvonden, en een correctie voor onderregistratie in BRON en voor misclassificaties van patiënten in de LBZ. Op dit laatste wordt een berekening van de statistische marge uitgevoerd.

Dit jaar is dezelfde schattingsmethode toegepast als vorig jaar (zie Bos et al., 2019). Hierbij is – anders dan in de jaren dáárvoor –gebruikgemaakt van letselcodering AIS 2005/08. Ook is er gekoppeld met een vernieuwd tijdvenster. De grootte van dit tijdvenster waarbinnen verkeers­slachtoffers na een ongeval worden opgenomen in een ziekenhuis, is afhankelijk gemaakt van de letselernst. Deze wijzigingen samen bleken weinig invloed te hebben op de schatting van het aantal MAIS2+-slachtoffers; wel leidden ze tot een trendbreuk in de MAIS3+-slachtoffers en MAIS2-slachtoffers.

Net als voorgaande jaren zijn de gegevens van het afgelopen jaar aangeleverd aan het CBS en is vrijwel het hele onderzoek uitgevoerd in de beveiligde omgeving van het CBS. Dit is het gevolg van de huidige privacyregelgeving. De bij het CBS beschikbare tijdreeks omvat de jaren 2014-2019. Derhalve beperkt de tijdreeks van ernstig verkeersgewonden zich in dit rapport tot deze jaren.

Kwaliteit van BRON nog niet voldoende op orde voor onderverdelingen

De schatting van het aantal ernstig verkeersgewonden is na 2009 minder nauwkeurig geworden en dat is tot op heden nog steeds het geval, ongeacht de wijzigingen in de methode. Dat heeft twee oorzaken. Ten eerste ging de registratie van slachtoffers in BRON achteruit. Er wordt gewerkt aan verbeteringen om de politieregistratie (en dus BRON) completer te krijgen. Vooral het aantal registraties is hierdoor toegenomen; de kwaliteit van de registraties in beschikbare kenmerken per ongeval en slachtoffer is echter nog onvoldoende verbeterd om meer gedetailleerde uitspraken te doen over kenmerken van ernstig verkeersgewonden. Ten tweede was tot 2015 ook de LBZ incompleter. Alle ziekenhuizen zijn in de periode 2011-2014 overgegaan op de nieuwe versie van het letselcoderingssysteem: van de International Classification of Diseases versie 9 (ICD9-cm) naar versie 10 (ICD10). De LBZ is sindsdien steeds completer geworden, en sinds 2016 zijn alle klinische opnamen en langdurige observaties compleet.

Dat de kwaliteit van BRON nog onvoldoende verbeterd is, heeft tot gevolg dat er onvoldoende betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan over uitsplitsingen van aantallen ernstig verkeersgewonden naar bepaalde kenmerken zoals vervoerwijze en tegenpartij, regio et cetera.

We bevelen aan om de registratie niet alleen verder te verbeteren in kwantiteit, maar ook in de kwaliteit van de ingevoerde gegevens. Voor BRON betekent dit dat er betrouwbare informatie beschikbaar moet komen over de aard en toedracht van het ongeval en voor een betere koppelkwaliteit is informatie over het ziekenhuis en letselernst belangrijk. Unieke onderscheidbaarheid van slachtoffers zou de koppeling verder kunnen verbeteren. Voor wat betreft de ziekenhuisgegevens (de LBZ) is het belangrijk dat ziekenhuizen ook in de toekomst de externe oorzaak van het letsel blijven registreren om verkeersslachtoffers te kunnen blijven identificeren. Verbeteringen zijn in de toekomst ook mogelijk door de BRON-LBZ-koppeling aan te vullen met ambulancegegevens. Dat zou de onzekerheden in de koppeling voor een belangrijk deel wegnemen. Bovendien zou er met ambulancegegevens meer informatie beschikbaar komen over de locaties waar verkeersslachtoffers uiteindelijk ernstige verwondingen oplopen. Dergelijke informatie kan uiteindelijk bijdragen aan een betere bewustwording van de grootte en aard van het probleem (ongevallen staan dan weer beter ‘op de kaart’) en daarnaast betere aanknopings­punten bieden voor effectief beleid om het aantal ernstig verkeersgewonden te laten dalen.


[1] AIS staat voor Abbreviated Injury Scale. De waarde van een letsel op deze schaal representeert de ernst van het letsel. De waarde van de Maximum AIS (MAIS) representeert het ernstigste letsel bij een slachtoffer. De MAIS loopt van 1 (licht letsel) tot 6 (maximaal). De AIS is opgesteld door de Association for the Advancement of Automotive Medicine (AAAM; www.aaam.org) en wordt door de EU aanbevolen als indicator van letselernst in verkeersongevallen.

Rapportnummer
R-2020-28
Pagina's
71
ISSN
2772-9222
Gepubliceerd door
SWOV, Den Haag

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.