Ernstig verkeersgewonden 2018

Schatting van het aantal ernstig verkeersgewonden in 2018
Auteur(s)
Bos, N.M.; Decae, R.J.; Bijleveld, F.D.; Hermens, F.; Commandeur, J.J.F.; Aarts, L.T.
Jaar

Het aantal ernstig verkeersgewonden is een belangrijke indicator voor de verkeersonveiligheid. Een ernstig verkeersgewonde wordt in Nederland sinds 2010 als volgt gedefinieerd:

Een ernstig verkeersgewonde is een slachtoffer dat als gevolg van een verkeersongeval is opgenomen in een ziekenhuis met een letselernst uitgedrukt in MAIS[1] van ten minste 2, en dat bovendien niet binnen 30 dagen overleden is aan de gevolgen van het ongeval.

Nederland was een van de eerste landen die een dergelijke medische definitie hanteerde voor ernstig gewonde verkeersslachtoffers. Later is in Europa MAIS3+ als uitgangspunt genomen voor de definitie van ernstig verkeersgewonden. Het ligt dan ook in de rede om na 2020 deze definitie aan te passen van MAIS2+ naar MAIS3+ (een zwaardere letselernst dus). Dit sluit ook beter aan bij de definitie van ‘ernstig gewond’ zoals die binnen de medische sector wordt gehanteerd.

Aantal ernstig verkeersgewonden neemt in 2018 verder toe

In Nederland is geen register voorhanden waarin alle ernstig verkeersgewonden zijn geregistreerd. Daarom bepaalt SWOV jaarlijks het aantal ernstig verkeersgewonden van het voorgaande jaar door de gegevens uit twee databronnen met elkaar te vergelijken: het Bestand geRegistreerde Ongevallen in Nederland (BRON, ‘de politieregistratie’) en de Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZ, ‘de ziekenhuisregistratie’). Met deze methode kan informatie over letselernst uit de ziekenhuisregistratie gecombineerd worden met ongevalskenmerken uit de politieregistratie. Bovendien komen zo ook slachtoffers aan het licht die in de ene registratie ontbreken maar wel in de andere blijken voor te komen.

Op basis van deze methode – waarbij is gekeken naar zowel MAIS2- als MAIS3+-slachtoffers – kwam SWOV tot de volgende conclusie: in 2018 vielen er naar schatting 21.700 ernstig verkeersgewonden in het verkeer, dat zijn er circa 1.000 meer dan in 2017. Rekening houdend met de onzekerheden in de schattingen (een marge van 400), concluderen we dat het aantal ernstig verkeersgewonden in 2018 weer verder is toegenomen (+5%). De toename zien we over de hele linie: zowel het aantal slachtoffers met lichter letsel (MAIS2) als met zwaarder letsel (MAIS3+) nam in 2018 toe.

Methode

De methode om het aantal ernstig verkeersgewonden te bepalen, bestaat uit de volgende stappen:

  1. inlezen van BRON en LBZ;
  2. opschonen van de BRON- en LBZ-data;
  3. inlezen van de relevante koppelvariabelen;
  4. koppelen van BRON en LBZ (selectie van ernstige verkeersslachtoffers);
  5. een correctie voor incompleetheid van de LBZ en voor ongevallen die niet op de openbare weg plaatsvonden;
  6. een correctie voor onderregistratie in BRON en voor misclassificaties in de LBZ ; op dit onderdeel is een berekening van de statistische marge uitgevoerd;
  7. een bepaling van gewichten voor BRON en LBZ.

De schattingsmethode is op twee onderdelen gewijzigd ten opzichte van andere jaren. Daardoor zijn voor de jaren 2014-2018 nieuwe reeksen vastgesteld die op inhoudelijke gronden niet zonder meer zijn te vergelijken met de oude reeksen tot en met 2017. De gewijzigde onderdelen betreffen:

  • De letselernst-codering van slachtoffers is gewijzigd van AIS-versie 1990 naar de actuelere versie AIS-versie 2005/08. In deze nieuwere versie wordt letsel minder snel als ‘ernstig’ beschouwd.
  • Het tijdsverschil tussen ongeval en ziekenhuisopname zoals dat in de koppeling tussen BRON en LBZ wordt gebruikt, is letselafhankelijk gemaakt; dat hebben we gedaan op basis van een deelonderzoek met exact gekoppelde records op basis van unieke identificatienummers van betrokken personen (RIN-onderzoek).

De actuelere letselcodering leidt tot lagere aantallen ernstig verkeersgewonden; het letsel­afhankelijke tijdsverschil tussen ongeval en opname leidt met name bij de lichtere letsels juist tot meer slachtoffers die we in het LBZ als verkeersslachtoffer terugvinden. Beide vernieuwingen heffen elkaar voor de ernstig verkeersgewonden nagenoeg op, waardoor we met deze vernieuwingen in voorgaande jaren ongeveer evenveel ernstig verkeersgewonden vinden als met de ‘oude’ schattingsmethode. Voor MAIS3+-slachtoffers komt de reeks echter beduidend lager te liggen door het versmalde tijdvenster voor deze groep slachtoffers en de lager uitvallende letselernst onder AIS2005/08.

Net als voorgaande jaren zijn de gegevens van het afgelopen jaar aangeleverd aan het CBS en is vrijwel het hele onderzoek uitgevoerd in de beveiligde omgeving van het CBS. Dit is het gevolg van de aangescherpte privacyregelgeving. De bij het CBS beschikbare tijdreeks omvat de jaren 2014-2018. Derhalve beperkt de nieuwe tijdreeks zich tot deze jaren.

Kwaliteit van BRON nog niet voldoende op orde voor onderverdelingen

De schatting van het aantal ernstig verkeersgewonden is na 2009 minder nauwkeurig geworden en dat is tot op heden nog steeds het geval, ongeacht de wijzigingen in de methode. Dat heeft twee oorzaken. Ten eerste ging de registratie van slachtoffers in BRON achteruit. Er wordt gewerkt aan verbeteringen om de politieregistratie (en dus BRON) completer te krijgen. Vooral het aantal registraties is hierdoor toegenomen; de kwaliteit van de registraties in beschikbare kenmerken per ongeval en slachtoffer is echter nog onvoldoende verbeterd om meer gedetailleerde uitspraken te doen over kenmerken van ernstig verkeersgewonden. Ten tweede was tussen 2006 en 2015 ook de LBZ incompleter. Nu het nieuwe letselcodeersysteem ICD10 (International Classification of Diseases, versie 10) is ingevoerd, is de LBZ weer completer dan daarvóór.

Dat de kwaliteit van BRON nog onvoldoende verbeterd is, heeft tot gevolg dat er onvoldoende betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan over uitsplitsingen van aantallen ernstig verkeersgewonden naar bepaalde kenmerken zoals vervoerwijze en tegenpartij, leeftijds­verdelingen, regio et cetera. Om de ontwikkelingen van afzonderlijke groepen slachtoffers in kaart te brengen, zoals SWOV bijvoorbeeld doet in de jaarlijkse Monitor Verkeersveiligheid, maken we daarom nog steeds gebruik van de in de LBZ geregistreerde verkeersslachtoffers met ernstig letsel (MAIS2+). Het is onzeker of de hierin ontbrekende slachtoffers (circa 10%) goed worden gerepresenteerd. Deze onzekerheid betekent dat de gegevens over nadere onderverdelingen behoedzaam moeten worden geïnterpreteerd.


[1] AIS staat voor Abbreviated Injury Scale. De waarde van een letsel op deze schaal representeert de ernst van het letsel. De waarde van de Maximum AIS (MAIS) representeert het ernstigste letsel bij een slachtoffer. De MAIS loopt van 1 (licht letsel) tot 6 (maximaal). De AIS is opgesteld door de Association for the Advancement of Automotive Medicine (AAAM; www.aaam.org) en wordt door de EU aanbevolen als indicator van letselernst in verkeersongevallen.

Rapportnummer
R-2019-23
Pagina's
104
ISSN
2772-9222
Gepubliceerd door
SWOV, Den Haag

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.