Aandacht voor de voetganger niet laten verslappen

In 2016 vielen er 51 verkeersdoden onder voetgangers, zo maakte het CBS begin mei bekend. Rekenen we de letselslachtoffers mee die buitende definitie van ‘verkeersslachtoffer’ vallen, dan zijn dat er meer dan twee maal zoveel. Als er geen goed zicht is op de werkelijke omvang, blijft het probleem zélf ook buiten het zicht professionals die zich dit aan moeten trekken: beleidsmakers, ruimtelijk ontwerpers, veiligheidsorganisaties, om er een paar te noemen. Gast-medewerker Rob Methorst sprak op 13 april 2017 tijdens het kenniscafé over voetgangerongevallen. Ook zijn promotieonderzoek dat hij bij SWOV uitvoert, gaat over voetgangers.

‘Twee weken voor het bekend worden van de verkeersslachtoffercijfers, stelden we in het Kenniscafé al vast dat de veiligheid van voetgangers meer aandacht verdient,’ zegt Rob Methorst.  ‘15% van de tijd die we aan het verkeer deelnemen, doen we dit als voetganger.  Van de totale verplaatsings-afstand die we afleggen, is 5% te voet. Cijfers van VeiligheidNL laten zien dat meer dan de helft van de voetgangerongevallen wordt toegeschreven aan de toestand van de stoep of van de straat.  En als we alleen kijken naar de valongevallen (dus geen verkeersongeval), dan moeten circa 4x meer voetgangers zich  in het ziekenhuis laten behandelen dan na een botsing met een rijdend voertuig. We hebben het dus echt over een substantiële aantallen.’

‘Het is primair de verantwoordelijkheid van de gemeenten om de openbare ruimte veiliger te maken voor voetgangers. Alleen al met het oog op de vergrijzing verdient dit meer prioriteit. Maar gemeenten moeten gevoed worden met de juiste kennis over een veilige, hoogwaardige inrichting van de openbare ruimte.  ‘De inrichting van mooie, moderne voetgangersgebieden in binnensteden, krijgt vaak veel aandacht. Maar het is belangrijker om de aandacht te richten op de woon- en leefgebieden, de 30 km/u-gebieden en de woonerven. Daar wonen de mensen en worden de voetgangersvoorzieningen het meest gebruikt en dus zou daar de aanpak moeten beginnen.’

Wat Methorst betreft blijft het dan ook niet bij een eenmalig kenniscafé, maar komen er meerdere kennissessies, met daaraan gekoppeld speciaal ontwikkelde voetgangersmodules en  voorbeeldprojecten. ‘Geld is ook vaak het probleem, ‘ stelt Methorst, ‘maar als de overheid 1% van het verkeers- en vervoersbudget zou gebruiken voor het verzamelen en toepassen van kennis over voetgangerveiligheid, dan kan er al veel gerealiseerd worden.’