Wat is het ideale kruispunt volgens Duurzaam Veilig?

Antwoord

Het ideale kruispunttype volgens Duurzaam Veilig is afhankelijk van de wegcategorieën van de kruisende wegen. Zie voor meer informatie over Duurzaam Veilig de SWOV-factsheet Duurzaam veilig wegverkeer. Tabel 3 geeft aan welke kruispunten door Duurzaam Veilig aanbevolen worden op welke plek. De aanbevolen kruispunten staan per situatie op volgorde van meest gewenst naar minst gewenst, waarbij veiligheid het uitgangspunt is. Een kanttekening hierbij: Bij 50-50/50-70/70-70 (GOW-GOW)-kruispunten hangt de veiligheid af van de capaciteit van het kruispunt. De capaciteit van een kruispunt heeft te maken met het aantal rijstroken op de takken en de verdeling van het verkeer over deze takken. De tabel gaat uit van een situatie waar het op elk kruispunttype even druk is. Echter, doordat een voorrangskruispunt een lagere capaciteit heeft, kan het bij een hogere verkeersvraag de hoeveelheid verkeer niet goed verwerken. Bij drukke kruispunten is daarom een voorrangskruispunt met verkeersregelinstallatie (VRI) veiliger. De vraag Welke kruispunttypen zijn het veiligst? geeft uitleg waarom het ene kruispunttype veiliger is dan het andere.

Tabel 3. Aanbevolen kruispunttypen per locatie. Bij meerdere mogelijkheden staat het vanuit veiligheidsoogpunt meest gewenste kruispunttype als eerste genoemd. ETW: erftoegangsweg; GOW: gebiedsontsluitingsweg; SW: stroomweg.

Het uitgangspunt bij duurzaam veilige kruispunten is dat een conflict tussen voertuigen alleen mag en kan optreden bij geringe snelheids- en massaverschillen [9]. Snelheidsremmende maatregelen nabij of op kruispunten zijn daarom vanuit verkeersveiligheidsoogpunt gewenst. Op kruispunten met gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom waar gemotoriseerd verkeer elkaar kruist, geldt als veilige maximumsnelheid 50 km/uur. In situaties waarbij zwaar gemotoriseerd verkeer kan kruisen met veel lichtere (brom/snor)fietsers en voetgangers, moet de snelheidsverlaging groter zijn. Zo geldt voor kruispunten met gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom waar voetgangers en fietsers gemotoriseerd verkeer kruisen, als veilige maximumsnelheid 30 km/uur [9]. Een lagere snelheid kan worden afgedwongen door bijvoorbeeld een rotonde, een verkeersdrempel net voor het kruispunt, of een verhoogd kruispuntvlak (plateau). Daarnaast zijn de eisen aan duurzaam veilige kruispunten erop gericht dat bepaalde combinaties van botspartners (bijvoorbeeld vrachtauto’s en fietsers) niet meer kunnen conflicteren in bepaalde omstandigheden doordat de aangebrachte verkeersvoorziening dat nagenoeg uitsluit [9]. Vanuit een duurzaam veilig oogpunt worden daarom de volgende kruispuntvoorzieningen aanbevolen (Tabel 4):

 

Conflict

Conflict- of botspartners

Motorvoertuigen onderling

Voetgangers, fietsers en bromfietsers onderling

Personen- of vrachtauto vs. voetganger, fiets of bromfiets

Convergerende of 

divergerende conflicten

Rotonde

-

Bij pad en limiet 50 km/uur: in- of uitbuigen

Bij VRI: opgeblazen fietsopstelstrook (OFOS)

Dwarsconflicten

Rotonde of snelheidsremmer

Snelheidsremmer

Rotonde of snelheidsremmer

Frontale conflicten, met afslaan

Indien geen rotonde: opstelstrook voor linksaf

-

Tussenberm

Tabel 4. Belangrijkste kruispuntvoorzieningen ter voorkoming van veelvoorkomende conflicten of botsingen. Zie de vraag Welke kenmerken beïnvloeden de veiligheid van een kruispunt? voor een uitleg over de conflicttypen en de vraag Hoe kunnen kruispunten veiliger worden gemaakt voor fietsers? voor een uitleg over OFOS en in- en uitbuigen.

In de praktijk wordt de keuze voor een specifieke voorziening vaak bepaald door andere aspecten dan verkeersveiligheid. Bijvoorbeeld de intensiteit, het ruimtegebruik en de kosten.

Onderdeel van factsheet

Rotondes en andere kruispunten

Ongeveer een derde van de verkeersdoden op Nederlandse wegen valt op kruispunten. Binnen de bebouwde kom is dit bijna de helft en buiten de bebouwde Meer

Deze factsheet gebruiken?