Risicogedrag van jongeren vraagt integrale aanpak

Auteur(s)
Twisk, D.A.M.; Stelling, A.
Jaar

Waar kinderen van (0-4 jaar) bijna alleen maar overlijden als gevolg van een ziekte, wordt de sterfte onder (jonge) adolescenten in bijna de helft van alle gevallen veroorzaakt door letsel. In het merendeel van die gevallen is dit letsel opgelopen in een verkeersongeval. Onderzoek laat zien dat dit hoge aandeel dodelijk verkeersletsel voor een deel veroorzaakt wordt door riskant experimenteergedrag van de jongeren, en voor een ander deel door een grotere blootstelling aan gevaar in deze leeftijdsfase, in combinatie met onervarenheid.

De voorliggende studie start met de vraag of riskant gedrag zoals dat in het verkeer voorkomt, op zichzelf staat of ook tot uiting komt op andere terreinen zoals gezondheidsgedrag (roken, drinken), criminaliteit, geweld en onveilige seks. Deze vraag is interessant omdat in Nederland een beleidsmatige scheidslijn bestaat tussen letselgevolgen van gezondheidsgedrag en letsel als gevolg van een verkeersongeval. Het doel van de studie is om te bezien of het risicogedrag van jongeren op de verschillende maatschappelijke terreinen geïntegreerd kan worden onderzocht en aangepakt, met als gevolg doelmatiger en effectiever beleid.

Op grond van een literatuurstudie beschrijft dit rapport de bestaande kennis over de achtergronden van riskant gedrag onder jongeren, vooral die in het verkeer. Daaruit blijkt dat vier thema’s relevant zijn: blootstelling aan gevaar, onervarenheid, invloed van vrienden en ouders, en de geestelijke ontwikkeling die te maken heeft met de herstructurering van de hersenen in deze levensfase. Verder blijkt uit een groot aantal – voornamelijk buitenlandse – studies dat riskant gedrag zich uit op verschillende terreinen en zich niet beperkt tot het verkeer. Er zijn aanwijzingen voor gemeenschappelijke, onderliggende oorzaken zoals groepsdruk en impulsiviteit, waarmee zich ook de mogelijkheid aandient om interventies te ontwikkelen die zich richten op deze onderliggende oorzaken in plaats van op de specifieke problemen in het verkeer (of juist die op een ander terrein).

Naast deze literatuurstudie is een inventarisatie uitgevoerd van wetenschappelijke studies in Nederland – voor zover deze op het internet te vinden zijn – naar riskant gedrag onder jongeren op de andere genoemde terreinen dan het verkeer. Deze inventarisatie is niet uitputtend maar primair bedoeld om de onderwerpen te leren kennen en ook de factoren die in deze studies aan de orde komen. Uit de inventarisatie blijkt dat vele thema’s die in die onderzoeksprojecten aan de orde komen dezelfde zijn als die in het verkeersveiligheidsonderzoek gericht op jongeren, namelijk groepsdruk, invloed van ouders, onervarenheid, onrijpheid en dergelijke.

Gegeven de samenhang tussen verschillende risicogedragingen van jongeren en de gelijksoortige thema’s die daarbij spelen, concluderen wij dat een meer integrale benadering, in plaats van de huidige sectorale, een belangrijke meerwaarde heeft voor het ‘begrijpen’ en ‘bestrijden’ van de negatieve gevolgen van riskant gedrag onder jongeren.

Young people's risky behaviour requires integral approach

Whereas for children – the 0 to 4 year olds – disease is the prime cause of death, for young adolescents, it is not disease but injuries that account for almost half the number of deaths. In most of these cases the injuries were sustained in traffic crashes. Research indicates that this high proportion of fatal traffic injuries is in part caused by risky behaviour of young people. These risky behaviours are caused by several factors, namely inexperience, novelty seeking, high exposure to risk and deliberate risk taking.

The first question in the present study is whether risky behaviour such as that in traffic, stands alone or is also reflected in other areas such as health behaviour (smoking, drinking), crime, violence and unsafe sex. This question is of interest because in the Netherlands a policy dividing line can be distinguished between injury consequences of health behaviour and injury due to a traffic accident. The aim of the study is to see whether the risk behaviour of young people in the various social fields can be investigated and addressed and addressed in an integral manner, resulting in more efficient and more effective policy.

Based on a literature study, this report describes the existing knowledge about the backgrounds of risky behaviour among youths, especially in traffic. Four themes are found to be relevant: exposure to danger, inexperience, influence of friends and parents, and mental development due to do the restructuring of the brains in this phase of life. Furthermore, a large number of – mainly foreign – studies indicate that risky behaviour can be observed in different areas and is not limited to traffic. There is evidence of common underlying causes such as peer pressure and impulsiveness, which also makes it possible to develop interventions that focus on these underlying causes rather than on the specific problems in traffic (or those in other fields).

In addition to this literature review a survey was made of scientific studies in the Netherlands – those that are available on the Internet - into risky behaviour among youths in the areas other than traffic that were mentioned earlier. This inventory is not exhaustive but is primarily intended to learn the issues and factors that are addressed in these studies. The survey indicates that many themes that are addressed in these research projects are similar to those in road safety research focusing on youths, namely peer pressure, influence of parents, inexperience, immaturity et cetera.

Given the relationship between different risk behaviours of youths and the similar themes that are involved, we conclude that rather than the current sectoral approach, a more integral approach has significant added value for 'understanding' and 'fighting' the negative consequences of risky behaviour among young people.

Rapportnummer
R-2014-9
Pagina's
47
Gepubliceerd door
SWOV, Den Haag

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.