Leerdoelen voor rijbewijsbezitters van 25 tot 60 jaar in het kader van Permanente Verkeerseducatie

Haalbaarheidsstudie op basis van literatuur, data-analyse en interviews
Auteur(s)
Wittink, Drs. R.D.
Jaar
De gezamenlijke Regionale en Provinciale Organen voor de Verkeersveiligheid hebben in 1998 besloten een beleidstraject te ontwikkelen voor permanente verkeerseducatie van rijbewijsbezitters. Daarbij onderscheiden zij verschillende leeftijdsgroepen. In opdracht van de provincie Flevoland en het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Groningen voerde de SWOV een studie uit naar de 'haalbaarheid' van verkeerseducatie voor de doelgroep van 25 tot 60 jaar. De studie bestaat uit twee delen. In het eerste deel is onderzocht waar de verkeersveiligheidsproblemen van de doelgroep liggen en welke aangrijpingspunten er zijn voor verkeerseducatie. In het tweede deel is gekeken naar de inrichting van deze verkeerseducatie, met name de leerdoelen. Voor het eerste deel is gebruikgemaakt van de literatuur en analyse van gegevensbestanden. Uit de probleemanalyse komt naar voren dat tekortkomingen in kennis, praktische vaardigheden en verkeersgedrag vele aanknopingspunten bieden voor educatie aan de 25- tot 60-jarigen. Desalniettemin is de ongevalsbetrokkenheid vergeleken met andere leeftijdsgroepen gering; de tekortkomingen kunnen met rijervaring worden gecompenseerd. Ook in pedagogisch opzicht zijn er diverse aanknopingspunten voor verkeerseducatie. Aansluiting bij de praktijkervaring en daarop voortbouwen is een belangrijk uitgangspunt. Met de huidige kennis zal niet te becijferen zijn hoeveel educatie bijdraagt aan de verkeersveiligheid. Toch heeft educatie een specifieke taak te vervullen in het onderhouden van kennis, vaardigheden en veiligheidsbewustzijn. Aanbevolen wordt om de uitvoering van educatieve programma's in Nederland te ondersteunen en te toetsen op gedragseffecten. Voor dergelijke effectmetingen moet het beleid criteria (laten) ontwikkelen. In het tweede deel van dit onderzoek zijn leerdoelen opgesteld, gebaseerd op de resultaten van het eerste deel. Er is vastgesteld welk gedrag en welke invloedsfactoren daarop, aandacht moeten krijgen binnen de educatie van 25- tot 60-jarigen. Voor de leerdoelen is gebruikgemaakt van dezelfde structuur als voor die van het Rijbewijs B, opgesteld door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De gespecificeerde leerdoelen zijn besproken in interviews met sleutelfiguren in de permanente verkeerseducatie in Nederland. Met de interviews zijn de hoofdaccenten voor permanente verkeerseducatie van de doelgroep vastgesteld. Bovendien geven de interviews samen met literatuur aangrijpingspunten voor de inrichting van een programma voor permanente verkeerseducatie en de rol die diverse organisaties op zich zouden kunnen nemen. Op grond hiervan is voorgesteld hoe Regionale en Provinciale Organen voor de Verkeersveiligheid educatieve programma's voor rijbewijsbezitters kunnen stimuleren en versterken.
Learning goals for driving licence holders of 25-60 years old, within the framework of Permanent Traffic Education; A feasibility study In 1998, the combined Provincial Road Safety Boards decided to develop a policy path for permanent traffic education for driving licence holders. In this, they distinguish between the various age groups. The provinces of Flevoland and Groningen commissioned SWOV to make a study of the feasibility of traffic education for the target group of 25-60 years old. The study consists of two parts. In the first part a study was made of where the road safety problems of the target group lie, and of which points of application there are for traffic education. In the second part, the design of this traffic education, especially the learning goals, was examined. The first part used the literature and analysis of databases. The problem analysis showed that shortcomings in knowledge, practical skills, and traffic behaviour offered many leads for the education of the 25-60 year old. Nevertheless, the accident involvement, compared with that of other age groups, was minor; driving experience can compensate the shortcomings. From the pedagogical point of view, there are also various leads for traffic education. Connecting to the practical experience and building on it, is an important point of departure. Using the current knowledge, it will not be possible to quantify the extent to which education contributes to road safety. Nevertheless, education has a specific function to fulfil in the maintenance of knowledge, skills, and safety consciousness. We recommend carrying out education programmes in the Netherlands to support and test their effects on behaviour. Such effect measurements require policy makers to (have) develop criteria. In the second part of this study, learning goals were drawn up, based on the results of the first part. We determined which behaviour and which of its influence factors need attention for educating the target group. For the learning goals, the same structure was used as for that of the car driving licence, as formulated by the Ministry of Transport. The specific learning goals were discussed in interviews with key figures of the permanent traffic education in the Netherlands. The interviews determined the primary items for permanent traffic education of the target group. Furthermore, the interviews, together with the literature, indicated points of application for the design of a programme for permanent traffic education and the roles that the various organisations could play. Based on this, we suggest how Provincial Road Safety Boards can stimulate and strengthen education programmes for driving licence holders.
Rapportnummer
R-2003-5
Pagina's
46 + 6
Gepubliceerd door
SWOV, Leidschendam

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.