Erik Asmussen: een leven voor de verkeersveiligheid

Door: Peter van der Knaap

Erik Asmussen geldt als de grondlegger van het wetenschappelijk onderzoek naar verkeersveiligheid in Nederland en daarmee heeft hij de basis gelegd voor 'Duurzaam Veilig Wegverkeer'. Hij is inmiddels 93 jaar oud maar nog altijd trots op zijn bijdrage aan het 'beheerst' maken van het wegverkeer.

Tegelijkertijd ziet hij nieuwe uitdagingen en hamert hij op een goede uitvoering van veiligheidsprincipes in de praktijk. De kern voor hem is en blijft: het 'uitlokken' van goed en dus veilig gedrag. Huidig SWOV-directeur Peter van der Knaap zocht hem samen met Berry den Brinker (Vrije Universiteit Amsterdam) op een mooie dag in de zomer van 2017 op in Wolvega. Een verslag van een inspirerend gesprek met een scherpzinnig denker.

Systeemaanpak: richt je op wat wèl kunt doen!

Het verkeer veiliger maken is ingewikkeld en vraagt de inzet van veel partijen. En dat is precies de kern van de systeembenadering: "Alles hangt van alles af, je kunt er niet iets uithalen en denken: dat is geregeld. Alles hangt met elkaar samen!". Asmussen is wat dat betreft voorzichtig optimistisch over technische oplossingen: "Ook dan moet je steeds weer bedenken: wat is de invloed op het gedrag?"
 

pv-20160830-40.jpg


Toch is hij een optimist: met een systematische aanpak boek je resultaten. Hij wijst op de talrijke onderscheidingen die in zijn kamer de muren sieren. Volgens Asmussen schuilt het geheim van het succes van de systeem aanpak in de focus op wat partijen kùnnen doen: "Zie het als één systeem en kijk wat je ermee kunt doen, dan kun je wat!". Daar ligt ook de sleutel tot verantwoordelijkheid: de ontwikkeling van 'wees een heer in het verkeer' naar 'beheerst verkeer' laat zien dat je niet afhankelijk maakt van het gedrag van verkeersdeelnemers.

Wees zuinig op toezicht

Toezicht is altijd een lastige zaak geweest, ook voor de politie zelf, stelt Asmussen. Het is moeilijk te beheersen: verkeerstoezicht is nodig, dat is duidelijk, maar tot hoever wil je gaan? Je kunt niet achter elke lantarenpaal een agent zetten: zo’n samenleving willen we niet en het is ook te kostbaar. Eén ding is voor hem zonneklaar: als de 'uitlokking' goed is, heb je geen toezicht nodig, of in elk geval veel minder toezicht. De reden daarvoor is dat je veel onbewuste overtredingen kwijt bent. Daarmee speel je middelen en tijd vrij voor de aanpak door de politie van bewuste overtredingen. Doe je het anders, dan blijft het moeilijk om te beheersen.

"Als de uitlokking niet deugt, dan kun je dat niet met toezicht oplossen. Wees er daarom zuinig op!"

Asmussen geeft het voorbeeld van fietsverlichting: "We zijn als mensen niet geschikt voor een taak als 'batterijen vervangen': we vergeten het of zijn te lui. En dan gaat het dus mis." Je moet dus bij alles wat je in het verkeerssysteem doet stilstaan bij de vraag: past dit bij hoe de mens is? Is het antwoord ontkennend, dan is het geen goed idee. Datzelfde geldt voor een 'sobere inrichting' van 30 km-zones: zonder snelheidsremmende maatregelen rijden mensen te hard. Een voorbeeld van wat wel werkt heeft hij ook in petto: "Als je over een rijmarkering rijdt die lawaai maakt, dan krijg je het gewenste effect: mensen sturen weer terug naar binnen de lijnen."
 

pv-20160823-072.jpg
 

Oog voor uitvoering en detail

Naast goede, door onderzoeksresultaten gestaafde beginselen is een goede uitvoering volgens Asmussen van cruciaal belang voor goede effecten. Als voorbeelden noemt hij woonstraten en fietspaden: doordat de uitvoering vaak niet goed is, lokken ze het verkeerde gedrag uit. Het gevolg is dat er te hard wordt gereden of dat mensen elkaar niet goed kunnen passeren. Hij concludeert: "Het principe van uitgelokt gedrag moet centraal staan, óók bij de uitvoering van de details. De voorwaarde is dat de bedoeling tot je hersenen doordringt: hier kan ik beter niet hard rijden, daar moet ik opletten voor ander verkeer. En dat je daardoor je gedrag verandert, bewust of onbewust!"

Dat uitvoering belangrijk is, geldt ook voor nieuwe ontwikkelingen als fietsstraten: “Dat is zeker een mogelijke oplossing, mits goed uitgevoerd!”

"De scheiding tussen gemotoriseerd en langzaam verkeer blijft bij hogere snelheden nodig."

Voor die uitvoering kan een systeemaanpak niet duidelijk genoeg zijn: “Uitvoerders hebben kant-en-klare en concrete oplossingen nodig. Dát is bepalend voor de kwaliteit van de uitvoering!“ Die uitvoering is te belangrijk om aan de praktijk over te laten: "Er is een periode van principes ontwikkelen en een periode van uitvoering. Je mag er nooit vanuit gaan dat het in de praktijk wel goed zal komen."

Het belang van zichtbaarheid

Voordat hij bij SWOV werkte was Asmussen bij Philips verantwoordelijk voor de ontwikkeling van materialen die beter zichtbaar zijn. Vanaf het begin van zijn werk bij SWOV was waarneming een belangrijk thema in het onderzoek. Asmussen heeft onder andere en belangrijke impuls gegeven aan de ontwikkeling van ZOAB. Doordat hij een groot deel van zijn gezichtsvermogen heeft verloren, is het belang van goede zichtbaarheid voor hem alleen maar groter geworden. Ook daar schuilt de duivel vaak in de details, stelt hij: "Let maar eens op spiegelend wegdek of gebrekkige markering van kanten. Die fouten moeten hersteld worden en daar ligt een grote verantwoordelijkheid van de wegbeheerder." Hoe beter de geleidende werking van kantmarkering, hoe beter de weggebruiker zijn aandacht op het verkeer kan richten. En dat geldt voor zowel auto’s als voor fietsers.

Ouderen en mensen met een beperking: op de bres voor de nieuwe ‘normmens’

Asmussen heeft altijd met veel plezier gewerkt aan verkeersveiligheid en vindt 'De Nieuwe Normmens' zijn belangrijkste publicatie. In plaats van het verkeerssysteem afstemmen op optimaal fitte, jonge mensen zouden ouderen en mensen met een beperking als norm genomen moeten worden bij het inrichten van de openbare ruimte.
 

pv-20160823-023.jpg


Het is de ruggengraat van zijn denken over een 'inclusief verkeerssysteem': iedereen moet kunnen deelnemen, jong en oud, sterk en kwetsbaar.

"Mens, maat der dingen. Op weg naar een integrale veiligheid en toegankelijkheid voor iedereen".

Bij ons afscheid wenst hij ons succes in 'de strijd voor de principes en uitvoering' en vraagt hij zich hardop af: zouden mensen wel weten hoe belangrijk veiligheid is? Erik Asmussen in elk geval wel.