De verkeersveiligheid van oudere verkeersdeelnemers in Drenthe

Author(s)
Mesken, Drs. J. ; Davidse, drs. R.J.
Year
Ouderen vormen een groep die specifieke aandacht behoeft vanuit de optiek van verkeersveiligheid. In Nederland neemt het risico om slachtoffer te worden van een verkeersongeval toe vanaf het 60ste levensjaar. Drenthe is momenteel een van de provincies met het hoogste aandeel ouderen. Tevens is de stijging van het aandeel ouderen in Drenthe sterker dan de gemiddelde landelijke stijging. In dit rapport wordt ingegaan op de verkeersveiligheid van oudere verkeersdeelnemers in Drenthe. Getracht is antwoord te geven op de volgende vier vragen: 1.Hoe groot is het aandeel ouderen in de Drentse samenleving, hoe zal dit aandeel zich in de toekomst ontwikkelen, en hoe staan deze zaken in verhouding tot de situatie in de rest van Nederland? 2.Wat is de stand van zaken in de verkeersveiligheid van Drentse ouderen, en verschilt deze van de situatie in de rest van Nederland? 3.Welke trends zijn te onderscheiden in de ontwikkeling van het aantal slachtoffers en het risico en welke factoren zijn van invloed op toekomstige ontwikkelingen? 4.Welke maatregelen kunnen worden genomen om de veiligheid van Drentse oudere verkeersdeelnemers te bevorderen? In het jaar 2000 was 20% van de Drentse bevolking 60 jaar of ouder. De verwachting is dat dit aandeel de komende jaren nog verder zal toenemen. Enerzijds vanwege de vergrijzing van de samenleving, en anderzijds vanwege de verwachting dat steeds meer ouderen zich in Drenthe zullen vestigen. In Drenthe zal de bevolking daardoor sterker vergrijzen dan in de rest van Nederland. Net als in de rest van Nederland, blijkt ook in Drenthe het risico om slachtoffer te worden van een verkeersongeval toe te nemen vanaf het 60ste levensjaar. Ouderen van 75 jaar en ouder hebben per afgelegde kilometer de grootste kans om als gevolg van een verkeersongeval te overlijden. Het overlijdensrisico van 75-plussers is vooral hoog omdat ze lichamelijk kwetsbaarder zijn dan andere leeftijdsgroepen; bij een zelfde ongeval zullen zij ernstiger letsel oplopen. Dit in tegenstelling tot jonge automobilisten, die vooral een hoog overlijdensrisico hebben doordat ze vaker bij een ongeval betrokken zijn. Wat betreft ongevalstypen kan worden geconcludeerd dat onder oudere automobilisten in Drenthe, vergeleken met andere leeftijdsgroepen, relatief minder vaak ongevallen voorkomen die het gevolg zijn van een gedragsfout. Dit geldt ook voor de rest van Nederland. Onder gedragsfouten vallen bijvoorbeeld te hard rijden, verkeerd inhalen, verkeerd in- of uitvoegen, onvoldoende afstand bewaren, en het innemen van een verkeerde positie op de rijbaan. Verder geldt dat kruispuntongevallen, ongevallen waarbij geen doorgang/voorrang verleend wordt en ongevallen bij afslaan naar links onder oudere automobilisten relatief vaak voorkomen. Bij ongevallen met oudere fietsers en voetgangers komt de toedracht 'geen voorrang/doorgang verlenen' relatief vaak voor. De ontwikkeling van het aantal oudere verkeersslachtoffers over de jaren 1985-2000 vertoont in Drenthe geen duidelijke trend. Alleen het aantal ernstig gewonde fietsers (doden en ziekenhuisgewonden) lijkt in de jaren negentig te zijn gedaald. Deze daling is echter niet zo sterk als in de rest van Nederland. Ook de dalingen die in de rest van Nederland hebben plaatsgevonden in het aantal slachtoffers onder oudere voetgangers en oudere automobilisten, zijn in de cijfers voor Drenthe niet terug te vinden. Dit kan waarschijnlijk worden toegeschreven aan de kleine absolute aantallen. De ontwikkeling in de risico's voor ouderen in Drenthe bij verschillende vervoerswijzen zijn wel vergelijkbaar met die voor ouderen in de rest van Nederland; die zijn alle dalende. Desondanks wordt voorspeld dat in 2015 het aandeel 60-plussers in het totale aantal ernstig gewonden in Drenthe zal zijn toegenomen in vergelijking met de periode 1996-1998. Deze voorspelling is geheel gebaseerd op de bevolkingstoename. Trends in mobiliteit en rijbewijsbezit en de technische vooruitgang zullen ook van invloed zijn op het toekomstig aantal ernstig gewonde ouderen. Voorspellingen die met deze ontwikkelingen rekening houden zijn op provinciaal niveau echter niet te doen. Maatregelen die de veiligheid van ouderen in Drenthe kunnen bevorderen, zijn in drie typen in te delen: maatregelen die een gunstige invloed hebben op de verkeersdeelname, maatregelen die een gunstige invloed hebben op de ongevalsbetrokkenheid en maatregelen die een gunstige invloed hebben op de kwetsbaarheid. Wat de verkeersdeelname betreft kan worden gedacht aan het beperken van de zelfstandige verkeersdeelname tot optimale omstandigheden (zoals goed weer en rustige wegen), en het aanbieden van gelijkwaardige vormen van alternatief vervoer. Maatregelen die ingrijpen op de ongevalsbetrokkenheid zijn bijvoorbeeld infrastructurele aanpassingen zoals overzichtelijke kruisingen en verbeterde oversteekvoorzieningen, en voertuigaanpassingen zoals fietsen met een verlaagde instap. Maatregelen die gericht zijn op het verbeteren van de passieve veiligheid hebben invloed op de kwetsbaarheid. Voorbeelden hiervan zijn de toepassing van Side Impact Protection Systemen (SIPS) en het bevorderen van het gebruik van fietshelmen.
The road safety of the elderly in the province of Drenthe The elderly are a group that requires specific attention from a road safety point of view. In the Netherlands, the risk of becoming a victim of a road accident increases from the age of 60. At this moment in time, Drenthe is one of the provinces with the highest percentage of elderly people. At the same time, their share of the provincial population is increasing faster than the national average. This report analyses the road safety of the elderly road users in Drenthe. Anattempt is made to answer the following four questions: 1.How large is the share of the elderly in Drenthe, how will this share develop in the future, and how does this situation compare with the rest of the Netherlands? 2.What is the road safety situation of the elderly in Drenthe, and is this situation different from the rest of the Netherlands? 3.Which trends can be distinguished in the development in the number of victims, the risk, and which factors influence future developments? 4.Which measures can be taken to promote the safety of the elderly road users in Drenthe? In 2000, 20% of the population of Drenthe was 60 years old or older. The expectation is that this share will grow even more. This is because, on the one hand, the aging of society in general and, on the other hand, that even more of the elderly will go and live in Drenthe. This means that Drenthe's population will age more than in the rest of the Netherlands. In Drenthe, as in the rest of the Netherlands, the risk of becoming a victim of a road accident increases from the age of 60. Those of 75 years old and older have, per kilometre travelled, the greatest chance of being killed in a road accident. Their great risk of being killed is mainly the result of their greater bodily vulnerability than other age groups; from an accident of equal severity, they will incur severer injuries. This is in contrast with young car drivers, who owe their great risk of being killed to their more often being involved in an accident. As far as accident types are concerned, it can be concluded that elderly car drivers in Drenthe, when compared with other age groups, have relatively fewer accidents as a result of behavioural mistakes. This also applies to the rest of the Netherlands. Examples of such mistakes are: speeding, wrong overtaking, wrong joining or leaving the road, keeping insufficient distance, and incorrect lane-holding. Accidents that are relatively frequent include those involving: crossroads, not giving right of way, and turning left. Relatively frequent accident involving elderly cyclists and pedestrians include not giving right of way. The development of the number of elderly road traffic victims during the period 1985-2000 in Drenthe does not have any clear trend. Only the number of seriously injured cyclists (killed and in-patients) seems to have decreased in the 1990s. However, this decline was less than in the rest of the Netherlands. The decline in the rest of the Netherlands of the numbers of victims among elderly pedestrians and car drivers, is not to be found in the data for Drenthe. This can probably be attributed to the small absolute numbers. The development of the risks in Drenthe for the elderly, among the various means of transport are, however, comparable with those in the rest of the Netherlands; they all declined. In spite of this, the prediction is that in 2015, the proportion of the 60-years-and-older among the total seriously injured in Drenthe, will be larger than during the period 1996-1998. This prediction is completely based on the increase in the population. Trends in kilometres travelled, driving licences, and technical improvements will also influence the future number of the severely injured elderly. Predictions that take these developments into account cannot, however, be made at the provincial level. Measures that can promote the safety of the elderly in Drenthe can be divided into three types: measures that have a positive influence on traffic participation, measures that have a positive influence on the accident involvement, and measures that have a positive influence on the vulnerability. As far as participation is concerned, the limitation of independent journeys to optimal circumstances (such as good weather and quiet roads) can be considered, as well as providing alternative means of transport of an equal quality. Measures that lower accident involvement are, for example, infrastructural adaptations such as clear crossroads and improved road crossing facilities. There are also vehicle adaptations such as bicycles with a low frame for stepping on. Measures aimed at improving passive safety influence the vulnerability. Examples of these are: Side Impact Protection Systems (SIPS) and encouraging the use of cyclists' crash helmets.
Report number
R-2001-27
Pages
46
Publisher
SWOV, Leidschendam

SWOV publication

This is a publication by SWOV, or that SWOV has contributed to.